Wednesday 30 April 2008

London Calling 2008 #1 vrijdag 25 april

Sinds het mainstream succes van bands als Franz Ferdinand, Kaiser Chiefs en Arctic Monkeys wint het London Calling festival elke editie weer aan populariteit. Dit jaar ging het zelfs zo ver dat de passepartouts al uitverkocht waren met slechts een onofficiële bevestiging van Video Nasties (de uitschieter van de november 2007 editie samen met Blood Red Shoes).

Opener op de vrijdag is Florence and the Machine, oftewel Florence Welch en de muzikanten die tot haar beschikking staan. De muziek en haar prachtige doorleefde stem neigen veel naar ‘americana’ met een Engels accent, maar afgezien van een paar parels (Girl With One Eye) klinkt ze in sommige nummers als een nieuwe Kate Nash. En dat is wel het laatste waar we behoefte aan hebben. De overige tijd wordt ingevuld met covers (o.a. Beirut en Cold War Kids) en gekkigheid: vliegtuigjes gooien of iets anders debiels, want ja, het is nogal een vreemde tante. Maar aangezien ze nu nog geen fatsoenlijk half uur kan volmaken met eigen materiaal, kunnen we enkel raden of Florence zich zal ontpoppen tot een matig interessante Kate Nash-variant of dat ze het Britse antwoord op (laten we zeggen) Feist zal zijn?

De ene machine wordt opgevolgd door de ander, The Answering Machine, de band die pas kort voor aanvang van het festival bevestigd werd. Ondanks de leuke nummers, die overigens nergens echt vernieuwend klinken, weet de band de grote zaal niet te overtuigen. De spieren zijn nog te stijf en het eerste biertje moet nog gedronken worden. Erg jammer want met een losser publiek en wellicht een kleinere zaal had dit optreden ons veel meer kunnen brengen. Misschien wordt de band de volgende editie een herkansing gegund.

Exile Parade volgt en heeft in theorie goud in handen met producer Owen Morris (die eerder zijn taken voor The Verve en Oasis met verve uitvoerde). De facto ziet het plaatje er een stuk minder rooskleurig uit. De heren hebben zichzelf een rock imago aangemeten met hun strakke leren jasjes maar verder dan dat reikt de inspiratiebron niet… De zanger doet alsof ie Mick Jagger is maar vooral voor de gitarist moet je uitkijken; arrogant kijkt ie de zaal in, daarna toch nog maar even checken of ie het goede akkoord te pakken heeft om vervolgens weer heel wijs de zaal in te kijken. Er is niks mis met arrogantie maar zorg dan in ieder geval dat je een paar noten kan spelen en wat pakkende nummers hebt. Wat misplaatst, zelf z’n biertje krijgt ie niet op. Ober, mag ik een appelsap met een rietje voor deze jongen?!

De tweede band die in de grote zaal mag spelen is het instrumentale Baltic Fleet, ze maken krautrock die in de lijn ligt van Neu, Air en Daft Punk. Waar Daft Punk een fantastische stage performance heeft staan de heren van Baltic Fleet zielloos achter synthesizers, drumcomputers en drums. Het geluid staat slecht afgesteld en de zaal lijkt het meer als achtergrondmuziek te beschouwen, er wordt dan ook bijna niet gedanst wat toch wel zou moeten bij dit soort optredens. Aan de muziek ligt het niet, die is zeker in orde en bij vlagen zelfs erg goed maar de band staat eigenlijk gewoon op de verkeerde tijd op de verkeerde plek. Het is al geen echte London Calling band en dan spelen voor een nog nuchter publiek… het was bij voorbaat al gedoemd te mislukken.

Terwijl de mystieke klanken van Baltic Fleet nog doorklinken wacht de stampvolle kleine zaal vol verwachting op de New Wave sensatie uit Londen Ipso Facto. Misschien beter bekend als de zusjes van The Horrors maar verder dan de kleding reikt die vergelijking niet. De muziek van Ipso Facto is stukken minder ruig en neigt veel meer naar de goth kant dan naar garage, hetgeen ook blijkt ook uit de houding van de dames. Vol zelfvertrouwen maar met enige terughoudendheid wordt de zaal ingekeken. De stijl en muziek van Ipso Facto zijn een frisse afwisseling op een festival dat doorgaans gedomineerd wordt door post-Libertines gitaarbandjes. Op basis van de demos en verhalen uit London waren mijn verwachting voor dit concert hooggespannen. Deze verwachtingen worden maar deels waargemaakt. Het optreden ontbeert overtuiging, meeslependheid en geloofwaardigheid. Weer een kwestie van verkeerde setting en dat zeg ik met pijn in mijn hart. Een band als Ipso Facto moet je in een duistere underground venue zien en niet in een zaal vol met mensen die verkleed zijn als respectievelijk superman, piraat en ridder (drie jaar geleden zou London Calling nog wel perfect geweest zijn). Daarnaast treft de band ook enige blaam, een vernieuwende baslijn hier en daar zou gaan onnodige luxe zijn. Erg jammer want dit optreden had heel mooi kunnen zijn.

De avond heeft tot nu toe nog weinig memorabels gebracht, taak dus aan Mystery Jets om de zaal plat te spelen (zoals in 2006). Eerder deze maand werden alle mini Kate Nashjes omver geblazen door het geluid en met een breder publiek en een extra lange time slot lijken alle ingrediënten aanwezig. Aan het begin van het optreden gaat het echter al direct mis als Blaine’s keyboard het laat afweten, de microfoon valt uit, de gitaren staan te hard, drums te zacht. Sabotage? Je zou het bijna gaan denken. Ondanks alle technische gebreken worden de nummers met evenveel energie en passie gebracht als eerder deze maand. Enige verschil is dat er ditmaal wel ruimte is voor oud werk, beste single van 2006 You Can’t Fool Me Dennis. Het is duidelijk dat de Mystery Jets de focuss hebben gelegd op Twenty One en hiermee hopen eindelijk ook op het vasteland door te breken. Met een goede geluidsman gaat dit zonder problemen lukken.

Met twee leuke singles op zak is het de vraag of de vijf broekies van The Metros uit Zuid-London de bovenzaal aankunnen. Maar als je dan een zanger hebt die af en toe zo scheel kijkt dat ie nog geen sigaret kan aansteken en met de constatering dat er goed geluisterd is naar The Clash en The Libertines (check Robbin’ Hood), kan er eigenlijk al niets meer fout gaan. Stralend van vertrouwen en met de haren alle kanten op zijn ze er klaar voor om de tent te laten exploderen. Geen bakken vol pedalen, gewoon een versterker, een gitaar en spelen maar. Dit is waar we voor gekomen zijn: echte, pure, rauwe muziek gecombineerd met een sterk staaltje entertainment die veel bandjes ontberen. The Metros is niet alleen een energiek gitaarbandje maar heeft ook een originele sound in huis. Veel punk en ska-invloeden smelten samen tot catchy songs. De bovenzaal gaat plat en de vloer trilt zoals alleen de vloer van de bovenzaal dat kan. Heerlijk!

Blood Red Shoes is de absolute hoofdact van dit weekend. Iedereen tipte ze, iedereen had het over ze, het kon eigenlijk alleen maar tegenvallen. Dat deed het niet maar het deed het ook wel. Aan Steven 'Jezus wat een beest' Ansell en Laura-Mary 'Jezus wat is ze leuk' Carter zal het niet liggen. ’s Middags nog bij de instore in Concerto werd vier nummers lang alles gegeven en ook ’s avonds gaat het los. Als het duo na bijna drie kwartier vriendelijk doch dringend wordt verzocht om het optreden af te ronden wordt nog één nummer gespeeld, tijd voor I Wish I Was Someone Better is er niet eens. Maar ik blijf een vieze smaak overhouden aan het optreden. London Calling was een paar jaar geleden nog een festival waar mensen naartoe gingen die echt van de muziek hielden. De muziek was waar het om draaide. Tegenwoordig gaat het er vooral om om gezien te worden. Alle clichés over de ‘scene’ zijn van toepassing: Allstars, skinny jeans, een hip shirtje en wat al nog meer, tot trendy brilletjes aan toe. Was dat maar het ergste. Voor het eerst heb ik me echt geërgerd aan het publiek. Acht keer stagediven tijdens één nummer is niet hip, dat is zielig, kleine kutkoters. De meesten komen godverdomme nog niet eens boven het podium uit. 1 meter 30 en dan houdt het op. Vieze, zweterige, ouwe mannen komen ook nog even hun pens showen op het podium en trieste figuren in Hawaii-rokjes doen hun dansje. Voor het eerst ben ik blij dat bouncers mensen van het podium trekken. Maar je mag het de band niet kwalijk nemen. Er wordt met een ongelooflijke energie gespeeld en je ziet de twee echt genieten. Laura verandert van een onschuldig meisje in een punkchick die zo hard op haar gitaar ramt dat ze moet oppassen dat ze er niet van gaat bloeden en Steven mept zo hard dat hij zijn snare naar de kloten slaat. Crowdsurfend verlaten ze de zaal. Wat een band!

Make Model heeft de ondankbare taak om na Blood Red Shoes op te treden, of juist de dankbare taak? Een band met charisma zou voort kunnen borduren op de opgewekte energie en dit in haar voordeel gebruiken. Make Model lijkt het al opgegeven te hebben voor ze beginnen met spelen. Het podium staat vol met artiesten maar allemaal missen ze uitstraling. Op zich geen punt als je maar sterk materiaal in huis hebt. Het arsenaal van Make Model is leuk, maar niet meer dan dat. De nummers slaan niet aan en missen overtuiging, het is allemaal iets te braaf. Bij single The LSB wordt dit gevoel even opgewekt maar verder dan drie dansende mensen en een kopje koffie gaat het vanavond niet.

Iets na middernacht spelen The Ting Tings in de grote zaal. The Ting Tings bestaan net als Blood Red Shoes uit een mannelijke drummer en een vrouwelijke gitarist. Ze maken indie-pop die af en toe een beetje naar electro neigt. Iedereen in de zaal doet eigenlijk waar die zin in heeft: sommige dansen, sommige springen, sommige pitten, sommige crowdsurfen. Het publiek is tevreden maar het lijkt allemaal net iets te gemaakt. Zo worden veel basloopjes uit de computer getoverd waardoor de charme er toch vanaf is. Kortom: leuk, maar niet geweldig

Dead Kids heeft duidelijk minder brave inspiratiebronnen dan The Ting Tings, de grote vraag voor het optreden was dan ook of er nog iets over zou blijven van de kleine zaal. Ze maken enorm energieke new-rave-punk, een soort van doorgeslagen Does It Offend You, Yeah? Maar voor de muziek hoef je eigenlijk niet naar Dead Kids te gaan: het is de show. Vanaf minuut 1 springt de zanger alle kanten op, randt een meisje half aan en crowdsurft alsof zijn leven er vanaf hangt. Aan het einde van het optreden is iedereen helemaal verbaasd van de explosie van energie die zich het afgelopen halfuur heeft voorgedaan. Om de muziek gaat het helemaal niet bij Dead Kids, het is de show!

Aan Get Shakes de eer om de vrijdag af te sluiten. Veel kan ik hier niet over zeggen want na 2 nummers ben ik afgehaakt. Helemaal ingebouwd door al hun apparatuur, een aantal synthesizer, drumpats en een Macbook, maken 2 twee broers voornamelijk electro. Het publiek was niet echt duidelijk naar de twee heren gericht waardoor ik denk dat velen het niet eens hadden gemerkt als er een CD was opgezet, weinig boeiends dus (tot de eerste 2 nummers).

Door: Camiel, Kevin, Tom en Yoram

Read more