Tuesday, 27 May 2008

White Lies has got a hold on me (Prospect)


September vorig jaar kondigde Fear of Flying definitief aan de vliegangst niet te kunnen overmeesteren. Een grote verrassing nu het getalenteerde Londense trio de sensatie van The Great Escape 2007 was en daarnaast succesvolle voorprogramma's verzorgde voor ondermeer Jamie T, The Maccabees en Jack Peñate. Fear of Flying kenmerkte zich door up-tempo dansbare 80s popnummers en leek met producer Stephen Street (produceerde eerder werk van The Smiths en Blur) goud in handen te hebben. Nummers als Three is a Crowd en Forget Me Nots zijn perfecte popnummers maar blijken pas een schijn te zijn van de potentie die in de bandleden schuilt.

Met het einde van Fear of Flying wordt namelijk direct de geboorte van White Lies aangekondigd. De link leidt naar een kale myspace met daarop enkel de nummers Death en Unfinished Business. Het plotselinge einde van Fear Of Flying is even zo verrassend als de nieuwe weg die de band is ingeslagen. Het vrolijke onbevangen karakter van Fear Of Flying is van de hand gedaan, White Lies klinkt mysterieus met een donkere ondertoon. In Death lijkt de vliegangst voor even overwonnen te zijn "I love the feeling when we lift off, watching the world so small below" zijn de opende woorden. De spanningsboog wordt vervolgens opgebouwd met rustige drums en orgelachtige keyboard klanken. Terwijl het nummer vordert worden de snerpende gitaren ingezet en slaan besef en angst genadeloos terug "relax! yes i am trying, but this fear has got a hold on me, yes this fear has got a hold on me". De vijfminuten razen voorbij en zijn even meeslepend als pakkend, de zinsnede "this fear has got a hold on me" is na het luisteren onmogelijk uit je hoofd te krijgen.

De debuut single
Unfinished Business die vorige maand uitkwam op eigen label Chess Club Records gaat over een gepleegde moord "you've got blood on your hands and I know it's mine" en ligt qua geluid en thematiek in lijn met Death. Ondanks het zwaarmoedige karakter van de nummers klinkt op de achtergrond toch steeds een popgevoel, het zelfde gevoel dat Fear of Flying zo sterk maakte. Hierbij doet de zang van McVeigh op momenten denken aan die van Julian Cope (The Teardrop Explodes) en zijn ook invloeden als Joy Division en Echo and the Bunnyman terug te horen in het geluid van de band. De kracht van White Lies schuilt echter in het feit dat de ze deze invloeden weet te bundellen in nummers die een eigen karakter dragen, waardoor van een zoveelste Joy Division kopie geen sprake is.

Ook de muziekindustrie heeft niet stilgezeten waardoor er zelfs een kleine hype om de band is ontstaan. Met als gevolg dat tijdens het eerste optreden ondermeer grootheden als Morrissey en Nick Cave aanwezig waren. Inmiddels is White Lies te gast geweest bij Jools Holland en zal de band deze zomer alle grote festivals aandoen waaronder Lollapalooza, Haldern en Lowlands. De band heeft toegezegd haar tijd te nemen voor het debuutalbum die gepland staat voor 2009, een release waar ik me bijzonder erg op verheug.

Live: 14 augustus 2008, Lowlands Festival
Myspace: myspace.com/whitelies
Download: Fear of Flying en White Lies demo's
Unfinished Business video:


Read more

Friday, 23 May 2008

NO AGE, NO SHIT


Gezien: No Age, Paradiso, 23-5-2008

Het in L.A. gevestigde No Age is ontstaan uit de overblijfselen van de band Wives. Nadat de bassist de band verlaat besluiten Dean Spunt (drums en vocalen) en Randy Randall (gitaar) om voortaan als No Age door het leven te gaan, vernoemt naar verzamel cd uit 1987 waar o.a. nummers van Black Flag, Henry Kaiser en Blind Idiot God op prijzen. Het vorig jaar uitgebrachte Weirdo Rippers, een verzameling van vijf 7" EP's, kon rekenen op lovende kritieken. Begin deze maand verscheen het vervolg Nouns, de plaat ligt in lijn met Weirdo Rippers maar achter de lagen van distortion, noise en punk zitten nu ook nog eens prachtige popnummers verstopt. Het is onverstelbaar dat het duo zoveel geluid kan produceren met daarin evenzoveel verschillende lagen. No Age moet live gezien worden om geloofd te worden.


Vanavond doet de kans zich voor, onorthodox vroeg betreed de band om 19:00 uur het podium in de bovenzaal van Paradiso. Een halfvolle zaal kijkt vol verwachting toe terwijl de band een eerste orkaan van geluid stapsgewijs opbouwt. De stempel is gedrukt, hard, scherp en met een vreselijk hoog tempo worden de eerste nummers van Nouns de zaal ingestuurd. Waar de band alles geeft lijkt het voor het publiek nog iets te vroeg te zijn om zich mee te laten slepen. De aankondiging van Cappo brengt hier verandering in. "It's our duty to feel overwhelmed and reminiscing so it's so" klinkt de stem van Dean terwijl de decibelmeter ver tot in het rood oploopt en de eerste pit zich begint te creëren.

Dean en Randy hebben zich na alle concerten van een duo tot een eenheid gevormd die vreselijk sterk speelt. De kracht zit hem hierbij vooral in de nummers en opbouw van de setlist, géén moment zakt het optreden in of verzwakt de aandacht. Doordat No Age stuk voor stuk eigenzinnige nummers heeft slaat de eentonigheid nergens in blijft de spanningsboog zich opbouwen. Nummers als Sleeper Hold, Teen Creeps (met zeer aanstekelijke gitaarlijn), Eraser en Brain Burner worden afgewisseld met meer instrumentale nummers als Impossible Bouquet, en Keechie (waarbij Randy midden in het publiek begint te spelen) . Het optreden behoudt hierdoor continuïteit en flow, zonder een noot te veel of te weinig te spelen.

Met Everybody's Down, afkomstig van Weirdo Rippers, sluit de band een fantastisch optreden af. Dean komt voor even achter zijn drums vandaan en laat zich enkel begeleiden door het gitaarspel van Ryan. Tegen het einde van het nummer beklimt Randy de amps en neemt Dean weer plaats achter de drums. Met een laatste uitbarsting van energie tot gevolg waarbij ook het publiek explodeerd.

Met No Age is een nieuw tijdperk van DIY bands geboren die hopelijk een lang leven is beschoren.

Read more

Tuesday, 20 May 2008

Blake has got a new fanbase

Gezien: Vampire Weekend, Melkweg Oude Zaal, 20-05-2008

Na het optreden in de bovenzaal van Paradiso eind vorig jaar heeft Vampire Weekend zich vastgebeten in de Nederlandse muziekscene. Waren het eerst de bloggers en indiekids die zich lieten grijpen, inmiddels zijn ook 3FM en MTV met single A-Punk aan de haal gegaan. Dit succes is de band van harte gegund, vrees ontstond echter dat de band, door het succes, van de sfeervolle Oude Zaal naar fabriekshal The Max zou worden "gepromoveerd". De Melkweg heeft er een handje van om te kiezen voor geld boven sfeer, zoals recentelijk het geval was bij The Wombats en Kate Nash.

Vampire Weekend wordt gelukkig (nog) niet aan dit rijtje toegevoegd, vanavond staan de New Yorkers zoals het hoort in een stampvolle Oude Zaal. Voor de heren het podium betreden is het de eer aan het Zwitserse trio The Strivers of, zoals ze het zelf uitspreken, Zee Streiffers. Het is voor een supportact altijd lastig om een vreemd publiek van je muziek te overtuigen, zo ook vanavond. De set begint aardig met nummers die klinken als een leuke combinatie tussen The Strokes en Jet. Naarmate de set vordert verslapt de aandacht echter, de nummers missen simpelweg een eigen karakter. Dit heeft tot gevolg dat de concentratie bij het publiek afzwakt en het onderwerp verplaatst naar de hamvraag: lijkt de zanger op Dinand van Kane of toch op Ricky van The Kaiser Chiefs? Deze discussie komt gelukkig snel ten einde als de band het podium verlaat en het wachten is op Vampire Weekend.

Een eigen karakter is iets waar het bij Vampire Weekend zeker niet aan ontbreekt. Samen met andere stadgenoten als White Rabbits en Yeasayer zorgen ze voor een frisse wind in het "indie" genre. Wellicht komt dit door hun academische achtergrond, toch ben ik geneigd te oordelen dat het de stad New York is die als grootste inspiratiebron fungeert. De stad is een mengelmoes van culturen en deze zijn naadloos terug te vinden in de muziek. De invloed van Ierse immigranten komt terug in M79 maar het zijn voornamelijk de Afrikaanse invloeden die het geluid typeren. Zoals eerder Talking Heads dergelijke invloeden gebruikten springt nu Vampire Weekend handig om met deze exotische ritmesecties. Dynamische vrolijke gitaarlijnen en bombastische drums aangevuld met de typerende stem van Ezra Koenig maken het plaatje compleet.

Opener van vanavond en tevens album opener is Mansard Roof, het nummer wordt door een gedeelte van het publiek enthousiast ontvangen maar de andere helft kijkt nog rustig het mansard dak uit de boom. Na enkele nummers volgt de busrit op de M79, deze lijkt eindelijk een reactie op te wekken bij het publiek. Terwijl de bus zijn eindstation bereikt volgt al snel de herkenbare intro van Boston. Met het über pakkende refrein in het vooruitzicht is het feest officieel geopend. "I've held dreams of Boston all of my life, chinatown between the sound of the night, but if you leave I just dont think I could take it, take it! take it! take it!". De eerste echte pit is een feit en de band voelt aan dat het publiek opgewarmd is. "If you want to dance this next song will be very suitable", deelt Ezra het publiek mee. Zonder blikken of blozen wordt vervolgens hitsingle A-Punk ingezet. Het publiek leeft zich uit als ware het een punkconcert waar net iets te veel verdovende middelen zijn genuttigd. Het refrein met het herkenbare "HEY HEY HEY" "HEY HEY HEY" geeft het Ramones-gevoel en zorgt voor een optimale sfeer.

Dat de band niet alleen maar hoeft te teren op het succes van A-Punk blijkt uit het vervolg van het concert. Tijdens One (Blake's Got A New Face) verzoekt Ezra het publiek om mee te zingen en de tweede vocalen te verzorgen. Aan dit (overbodige) verzoek wordt luidkeels gehoorgegeven. "Blake's got a new face" scandeert het publiek te pas en te onpas. Tijdens opeenvolgende nummers The Kids Don't Stand A Chance en Oxford Comma weet de band de aandacht moeiteloos vast te houden. Geen moment zakt de set in, dit is ook te danken aan het plezier waarmee de band speelt en waarop het geniet van de sfeer. Terwijl de band "Amsterdam" bedankt verlaten ze het podium na krap veertig minuten. Gelukkig hebben ze met Walcott nog één laatste troef achter de hand. Nadat de band, na enkele minuten, terug op het podium is wordt Walcott aangekondigd en zes versnellingen hoger ingezet, het publiek voelt het aan, nog een laatste maal los en dan met een gerust gevoel naar huis.

Vampire Weekend heeft na vanavond de slagader definitief opengebeten met het onvermijdelijke gevolg dat de festivalgangers komende zomer zondermeer getrakteerd zullen worden op een serie heerlijke optredens.

Read more

Sunday, 18 May 2008

The Return of A Northern Soul


In 1989 besluit de achttienjarige Richard Paul Ashcroft om samen met zijn studiegenoten Nick McCabe (gitaar), Simon Jones (bas) en Peter Salisbury (drum) de band Verve op te richten. Met The Beatles en Pink Floyd als grote voorbeelden brengen ze in 1992 hun eerste zelfgetitelde EP op Hut Recordings uit. Het is het begin van een band die leeft voor muziek en de nauw verwante levensstijl.

Het eerste officiële studioalbum
A Storm in Heaven wordt een jaar later in 1993 uitgebracht en raast als een wervelwind door het underground circuit. In tegenstelling tot latere albums van The Verve ligt de nadruk voornamelijk op het uitzonderlijke gitaarspel van Nick McCabe, zoals opener Star Sail waar de teksten van Richard Ashcroft geheel in dienst zijn van de muziek. De tweede single van het album Slide Away, met zeer herkenbare gitaarlijnen en verve gevoel, levert de band een retourtje Chicago, Illinois op. Hier treden ze op tijdens het beroemde Lollapalooza festival, de zomertour die hier op volgt zorgt er ongewenst voor dat Slide Away een iets te toepasselijke titel wordt. Richard Ashcroft laat zich meeslepen door de verleiding van sex, drugs and rock and roll en valt na een overdosis Ecstasy neer met uitdrogingsverschijnselen. Deze negatieve publiciteit doet Jazz Label Verve er toe besluiten juridische stappen te ondernemen tegen Verve. Waardoor de band gedwongen wordt om in het vervolg als The Verve door het leven te gaan.

Onder deze nieuwe naam wordt in 1995 tweede album
A Northern Soul uitgebracht. Opener A New Decade illustreert de nieuwe start “A New Decade, the radio plays the sounds we made and everything seems to feel just right coming through your lonely mind”. De gitaarsolo’s van Nick zijn nog steeds aanwezig maar met zijn zang en teksten neemt Richard Ashcroft duidelijk een prominentere rol in. Absolute schoonheid wordt afgeleverd in de vorm van On Your Own en History (losjes gebaseerd op London van dichter William Blake). Met dit album staat de band in het epicentrum van de door britpop gedomineerde mid jaren negentig. Richard Ashcroft raakt bevriend met de broertjes Gallagher en krijgt zelfs een eervolle vermelding op (What’s the Story)Morning Glory?. Wie het cd-boekje er op naslaat zal zien dat Cast No Shadows opgedragen wordt aan “the genius that is Richard Ashcroft”.

Ondanks het succes van A Northern Soul duurt het tot 1997 dat The Verve definitief uit de schaduw van Oasis stapt. Met Urban Hymns wordt de wens van Richard Ashcroft definitief ingewilligd om meer nadruk op ballads te leggen. Het album is van pure wereldklasse en nummers als
The Drugs Don’t Work, Lucky Man, Sonnet, Space and Time en Bitter Sweet Symphony zorgen voor laaiend enthousiaste recensies. Vooral het laatste nummer Bitter Sweet Symphony wordt een wereldhit. Ironisch genoeg heeft de band voor dit nummer nooit een cent aan royalty’s ontvangen. In het nummer wordt een sample gebruikt uit het in 1965 uitgebrachte nummer The Last Time van The Rolling Stones. Tijdens wederom een slepende juridische procedure werd de platenmaatschappij van The Stones 100% van de royalty’s toegekend en kregen Mick Jagger en Keith Richards partieel auteursrecht op het nummer. Met tegenzin van The Verve zorgde laatstgenoemde er tevens voor dat dit nummer o.a. werd misbruikt in reclames van Nike.

Na een wereldtournee borrelde oude spanningen tussen Richard Ashcroft en NickMcCabe, die in 1996 al eerder tijdelijk de band verliet, opnieuw op. Hierdoor besloot de band uit elkaar te gaan en ieder een eigen route te kiezen. Richard Ascroft begint in 2000 aan zijn succesvolle solocarrière waarop hij geheel zijn eigen koers kon varen. Vooral op
Alone With Everybody en Human Conditions wordt bij vlagen het niveau van Urban Hymns en A Northern Soul gehaalt.

Na ondermeer reünies van Pink Floyd, The Who en Sex Pistols volgt ook The Verve, iets meer dan tien jaar na Urban Hymns, de trend van de hervorming. Reden voor de terugkeer van de studievrienden “
for the joy of music”. Eind vorig jaar gaven ze de eerste concerten in ondermeer Glasgow en London. Na de aankomende zomertour, waarin ze ook Pinkpop aan zullen doen, duikt de band de studio in om het langverwachte vervolg op Urban Hymns op te nemen.

Met plezier en genoegen kan ik concluderen dat The Captain of Rock terug is op zijn oude zo geliefde schip en dat voor mij een grote wens in vervulling laat gaan.

Live: 31 mei, Pinkpop
Link: theverve.tv
Bitter Sweet Symphony videoclip

Read more

Friday, 16 May 2008

The Beginning of Walking Backwards? (CD recensie)


Het zijn roerige tijden geweest als in november van het vorige jaar op de site van The Futureheads gratis het nummer Broke Up The Time kan worden gedownload. Zo’n anderhalf jaar na de release van het tweede album lijkt dit de normaalste zaak van de wereld. Gewoon een voorproefje op de nieuwe plaat. Maar niets is minder waar. In anderhalf jaar tijd hebben de vier Sunderlanders een wagonlading kritiek over zich heen gekregen, zijn ze gedumpt door hun platenmaatschappij, hebben ze op het punt gestaan de gitaren aan de wilgen te hangen en hebben ze een eigen label opgericht. En dan moet je nog een nieuw album gaan opnemen…

Het gelijknamige postpunky-debuut The Futureheads (juli 2004) was een kwestie van hollen en stilstaan. Je ging tijdens degelijke dagen en nachten van A naar B op een robot en ondertussen naar de garage voor een aalmoes. En dat allemaal in iets meer dan 13 en een halve minuut. Snelle, hoekige gitaren, originele melodieën en meerstemmige zangpartijen verpakt in nummers van twee minuten. De plaat was all over the place. Het bleek niet haalbaar om dat op tweede album News And Tributes te evenaren of zelfs te verbeteren. De onbevangenheid was eraf, er moest een volwassen album komen met teksten die ergens over gingen. En paar aardige nummers ten spijt was de plaat in alles minder dan de eerste: slomer, langdradiger, eentoniger en lang niet zo pakkend. Nummers als Return of the Beserker waren zelfs totaal onverklaarbaar. Gevolg was dat de band gedropt werd door platenmaatschappij 679 Recordings, maar een eigen label Nul Records bracht uitkomst. Met alles in eigen handen en zonder gezeik van major labels kon samen met producer Martin ‘Youth’ Glover (Primal Scream, The Verve) in Andalusië This Is Not The World worden opgenomen. Doel was vooral om weer terug te gaan naar de punk rock, meer in lijn met het debuutalbum.

En hoe kan je de plaat dan beter openen met een nummer dat The Beginning of the Twist heet? De eerste single, en oh wat klinkt ie heerlijk. "It's time to wake up, it's time to change. Let's get it started, I feel like there's so much to rearrange." De ommekeer lijkt daar. Nog niet de genialiteit van het debuut maar een betere opener had de plaat zich niet kunnen wensen.
Vervolg Walking Backwards doet qua titel het ergste vermoeden maar knalt er gelijk vol in. Tegen het eind slaat echter de eentonigheid toe. Bijna vier minuten is echt teveel voor The Futureheads. Het nummer doet z'n naam eer aan.
Ondanks een veelbelovende straatsessie (check de links) kan ook tweede single Radio Heart me niet pakken. Ik mis de muzikaliteit waardoor ik in 2004 werd gegrepen. Titelsong This Is Not The World doet het al niet veel beter. Het wat vollere rockgeluid is, net als op News And Tributes, wederom omarmd en verveelt al gauw. Het lijkt wel alsof alle nummers hetzelfde beginnen. Zware gitaren en harde drums die je steil achterover blazen. De originaliteit is ver te zoeken. Het refrein is helemaal bedroevend en maakt van dit nummer een dieptepunt. Het is een kwestie van hard rammen en kijken waar je komt. Dit is het moment waarop ik bij elk willekeurig ander bandje iets anders zou gaan doen maar omdat het The Futureheads zijn luister ik stug door.

Eindelijk! Eindelijk venijnige gitaren in Sale Of The Century maar ook dit nummer kan m'n aandacht niet vasthouden. Net als bij de andere nummers andermaal hele droge drums. Alle nummers gaan op het zelfde, saaie tempo. In het refrein gaat het volume weer op standje blaas-de-ramen-eruit, het begint dodelijk saai en eentonig te worden. Het is net alsof je naar hetzelfde nummer luistert, keer op keer. Ondanks de vele energie die in de nummers zit word ik er alleen maar slomer van.
Een rustige intro bij Work Is Never Done, wow. Maar na 10 seconde is de rust alweer verstoord. Waar tot nu toe Barry alle leadvocalen voor zijn rekening heeft genomen, is het nu Ross die zingt. Het is een welkome afwisseling maar heeft niet het gewenste resultaat.
Broke Up The Time was als eerste download nog een heerlijk nummer maar nu trek ik em niet. Het nummer bleek (achteraf) een voorbode te zijn van hoe het hele album zou zijn. Dit is absoluut het beste 'harde' nummer maar na zeven nummers van deze aard te hebben gehoord is het leuke er wel vanaf. Zonder de typerende Futureheadssound is de band een 13-in-een-dozijn rockbandje.
Everything’s Changing Today opent met een lekkere drum en eindelijk hoor ik een snerpende gitaarlijn. Het volume mag weer wat omhoog. "We're going out tonight." Vooral het off-beat "Ah-Ah" blijft hangen. Beter laat dan nooit. De intro van Sleet is zelfs pakkend. En zowaar is daar de eerste melodie waarop bewogen kan worden. Het is natuurlijk te laat om de plaat nog te redden maar dit is het beste wat This Is Not The World te bieden heeft. "It's getting late but we're still on our feet. Let's stay awake so I can hear you speak. Let's go to bed but let's not go to sleep." Dit is het nummer dat ik tijdens de mooie dagen het meest heb gedraaid en ik word er echt blij van. De simpele teksten keren ook weer terug.
Geheel in stijl sluit See What You Want To See het geheel af. Het gaat een beetje verder op het blije van de twee voorgaande nummers maar met de refreintjes is het treurig gesteld.

Het is bekend dat platen van The Futureheads altijd wat tijd kosten, tijd die ik ruimschoots genomen heb want begin april had ik er al stevige discussies over. Toch zegt het genoeg dat dit stuk er nu pas is na ongeveer 20 luisterbeurten. Deze plaat is vooral heel moeilijk; de ene keer vind je het niks en de andere keer zit je lekker mee te deinen op alle nummers.
Maar ik kan echt tot geen andere conclusie komen dan dat dit album een hele zware tegenvaller is. Alles is sneller en harder dan op News And Tributes en lang niet zo geniaal als op The Futureheads. Nummers die met een harde opening en dito hard refrein dodelijk saai worden na verloop van tijd. Het heeft ook met de lengte van de nummers te maken. Als van alle nummers minstens een minuut was afgehaald, had het een stuk beter geklonken. Op deze manier wordt het te eentonig en blijft niks hangen, van de catchy songs die we gewend zijn is niets terug te vinden en de belofte dat teruggekeerd wordt naar de sound van het debuut wordt ook niet nagekomen. Toch zal er voor de liefhebbers van de wat ongecompliceerdere rock genoeg te genieten zijn.

Maar ondanks dat ik denk dat de nummers van This Is Not The World het live misschien wel heel goed gaan doen, kan ik de vraag 'The Beginning of Walking Backwards?' niet anders beantwoorden dan met: Walking Backwards.

4,5/10 - release op 26 mei
Live: 25 mei in Leadmill (Sheffield)
14 juni op The Music In My Head in Paard van Troje
Links: The Beginning of the Twist (street gig)
Radio Heart (street gig)



Read more

Death Cab For Cutie - Narrow Stairs


Ben Gibbard en Chris Walla hebben zich het afgelopen decennium met Death Cab for Cutie ontpopt als pioniers van D.C. indie. Sinds debuut album Something About Airplanes in 1997 leverde de band keer op keer prachtige albums af. De nummers hebben een meeslepende werking die je afsluiten van de hectische buitenwereld. De kracht zit voornamelijk in de unieke singer-songwriter kwaliteiten van Ben Gibbard die op zijn sterkst is wanneer hij verhaalt over (verloren) liefde, een terugkerend thema in het repertoire.

Drie jaar na Plans, het eerste album op majorlabel Atlantic, is Narrow Stairs een feit. Waar Plans bombastisch opent in New York met Marching Bands of Manhattan, brengt Ben ons ditmaal naar de afgelegen westkust van Amerika. “I descended a dusty gravel ridge beneath the Bixby Canyon Bridge until I eventually arrived at the place where your soul had died.” zijn de eerste regels uit opener Bixby Canyon Bridge. Na een rustige opbouw komen halverwege de gevoelens van moedeloosheid en frustratie los, drums en gitaren worden feller bespeeld en versterken het gevoel die het beste worden verwoord in de afsluitende regels “then it started getting dark, I truged back to where the car was parked, no closer to any kind of truth as I assume was the case with you”. Het album is een stuk donkerder en meer experimenteel. Dit komt tevens naar voren in single I Will Possess Your Heart, het acht minuten en vijfendertig seconde durende nummer wordt opgebouwd en voortgezet door een rustgevende piano en harmonieuze bas.

Maar niet alle nummers zijn even zwaarmoedig aangekleed, No Sunlight wordt met zoveel positieve energie gespeeld dat, ondanks de titel, de zon toch begint te schijnen. Één van de sterkste en wellicht meest authentieke DCFC nummers is Cath…. De gitaren geven het oude Death Cab gevoel ten tijden van Photo Album, terwijl Ben zingt over een onfortuinlijke knappe jonge vrouw die bij haar man niet de liefde krijgt die ze verdient.

Ook in Grapevine Fires wordt met ouder materiaal geflirt “bought some wine and some paper cups”, de sfeer is alleen anders dan die in Champange From A Paper Cup. Terwijl er een verwoestende brand heerst, vindt Ben vrede in de situatie “And the news reports on the radio said it was getting worse as the ocean air fanned the flames. But i couldn't think of anywhere i would have rather been to watch it all burn away, to burn away.

In Your New Twin Sized Bed en Pity and Fear wordt de sfeer die als rode draad door het album loopt vastgehouden. Afsluiter van het album is het ingetogen The Ice Is Getting Thinner, live met enkel Ben achter piano zal dit nummer zo mogelijk nog mooier zijn; “We're not the same dear and it seems to me, there's nowhere we can go with nothing underneath, then it saddens me to say what we both knew was true, that the ice was getting thinner under me and you”.

Voor nieuwkomers van Death Cab for Cutie is dit zeker niet de meest toegankelijke plaat, daarvoor verwijs ik graag naar The Photo Album en Transatlanticism. De liefhebbers die reikhalzend uit hebben gekeken naar het zesde album zullen daarentegen niet teleurgesteld zijn. Ondanks de iets donkerdere sfeer en geluid is het onmiskenbare Death Cab gevoel meer dan aanwezig. Het vergt een paar luisterbeurten maar dan ontdek je ook op Narrow Stairs prachtige nummers die je nog uren luisterplezier zullen brengen.

Live: 10 juli, Melkweg
8/10 - release 13 mei
Death Cab For Cutie.com - MySpace

Read more

Monday, 5 May 2008

God Save The Queen - London Calling Queens Day

Terwijl Amsterdam traditiegetrouw volloopt met dronken randdebielen vindt er in Paradiso het London Calling Queens Day festival plaats. In tegenstelling tot voorgaande jaren is er ditmaal geen buitenpodium, een verademing voor de muziekliefhebber die zich zo kan uitleven voor een kleinschalige anarchie in Amsterdam.

De editie begint al vroeg (4 uur) met The Stutters. De deels uit Nederland afkomstige band maakt simpel gezegd indie. Dit is voor mij typisch zo’n bandje waar ik niet lyrisch van wordt maar dat ik ook niet slecht vind. De heren lijken er in ieder geval echt plezier in te hebben wat het al fijner maakt om naar te kijken. De bas is erg creatief verwerkt, bij
veel indie bands is deze moeilijk te horen maar hier is hij prominent aanwezig. Helaas is het geluid van de gitaar van de zanger wat slecht afgesteld wat zorgt voor een chaotische massa van geluid. Waarom de zanger links van het podium staat (vanuit het publiek gezien) blijft daarnaast voor mij een raadsel. Wordt dit net zo revolutionair als toen The Beatles hun drummer in het midden zetten? Ik denk het niet. Dus volgende keer gewoon die zanger in het midden zetten.

De tweede band van het festival is Silvery. In de hoop dat het een grap is bl
ijf ik drie nummers staan, wachtend op de clou. Die kwam helaas niet.

Peggy Sue and the Pirates zijn twee dames die naar eigen zeggen antis
oul maken. Ze begeleiden zichzelf met allerlei instrumenten waaronder een akoestische gitaar. De dames proberen vooral niet sexy te lijken met hun grote truien en mutsen (plus vintage Jurassic Park T-shirt). In het begin ben ik redelijk onder de indruk van de mooie zang en het creatieve gebruik van veel verschillende instrumenten maar na ongeveer drie nummers wordt het toch echt te eentonig: zelfde zang, zelfde gitaarspel. Kortom: leuk voor even maar zonder variatie blijft dit niet hangen.

Met drie matige acts achter de kiezen en een London Calling OOR cd die tot treurnis toe op repeat staat is de volgende tekst toch wel heel toepasselijk "
the same record for the 16th time, exact same set you did the last time round, doesn't bother me we're in harmony". Kortom de sfeer is goed, nu de muziek nog. Dit lijkt meer dan goed te komen want om 19:00 uur staan Cheeky Cheeky and the Nosebleeds klaar om het feestje officieel te openen. De Cheeky’s maken vrolijke, straight forward, edgy nummers en werden eerder al door ons getipt als prospect voor 2008. Met opener Before We Sleep is er geen sprake van een trage start. De hooks knallen om de oren en de eerste pit van het festival is een feit. Deze energie weet de band vast te houden maar niet uit te bouwen, halverwege de set wordt Give Me Your Hand ingezet en schakelt de band definitief op naar de zesde versnelling. Oude demo’s als Fascinating en Grown Quite Fond of You vliegen om de oren en zorgen ervoor dat ook het publiek zich eindelijk helemaal laat gaan. De hele set is logisch opgebouwd en leeft eigenlijk vooral toe naar debuutsingle Slow Kids. Bij de opener besluiten twee uitzinnige fans om te crowdsurfen en vervolgens de videoclip van Slow Kids om het podium dunnetjes na te spelen (waarna een berg aanhangers volgt). Waarschijnlijk in november tijdens de reguliere editie op herhaling, zo niet dan hebben we in ieder geval de beelden van fabchannel nog.


Bettie Serveert is een van de twee Nederlandse bands van vandaag. Zo voelt de band zich echter niet. Ze genieten meer bekendheid in Amerika en voelen zich blijkba
ar zo op hun plaats tussen alle Engelsen van vanavond dat ook zij zich in het Engels aankondigen. Na kort overleg besluiten ze toch in het Nederlands verder te gaan. Dit optreden zal echter niet veel bijdragen aan een grotere bekendheid in Nederland. Een band die het goed doet in Amerika zet je toch niet in Nederland op een Britpop-festival? Maar gelukkig zijn zij niet dubbel geprogrammeerd met een Britse band in de grote zaal. Want bij Scram C Baby (de andere Nederlandse band) kwam dus écht niemand kijken.

Eind 2005 was ¡Forward, Russia! uit Leeds één van de hoogt
epunten van London Calling, de kenmerkende T-shirts en genummerde songtitels zorgde voor een onuitwisbare indruk. Maar het is toch voornamelijk de muziek die zo vreselijk herkenbaar is. Het krachtige samenspel tussen gitaar en drums gecombineerd met de emotievolle drijvende zang maken ¡Forward, Russia! een unieke act in het spectrum aan Britse bands. Dat ze naast het maken van muziek ook een goed gehoor voor andere bands hebben blijkt uit ’t feit dat gitarist Whiskas er een succesvolle label ‘Dance To The Radio’ op nahoudt, bekend van o.a. iLiKETRAiNS en The Pigeon Detectives. Met een nieuw album (Life Processes) op zak zijn ze klaar om vanavond weer een onvergetelijke indruk achter te laten. Tijdens opener Thirteen barsten de fans uit hun skinny jeans. Dit is pure rock waardoor je je moet laten meeslepen. Enige probleem? Je moet de nummers, vanwege hun verschillende hooks, wel kennen om je mee te laten slepen. Dit levert een grappig gezicht op, een selecte groep fans die uitbarsten van energie en de neutrale toeschouwer die steeds drie stappen achterloopt. Frontman Tom staat geen moment stil en brengt de boodschap met zijn kenmerkende stem als apostel van Jezus aan zijn volgelingen. Voor de echte fans (waarvan ondergetekende deel uitmaakt) is het tot de laatste seconde van Spanish Triangles genieten. Voor de nieuwkomers van deze Russische politieke partij is er eigenlijk geen middenweg: ze zullen óf resoluut voor óf resoluut tegen stemmen. Degene ndie het gemist hebben kunnen het binnenkort op fabchannel terug kijken.




The Courteeners zijn de ‘grote-belofte-band’ van de avond. Naast een working class attitude heeft de band uit Manchester ook net dat vermogen om die leuke popliedjes te maken. Net als The Buzzcocks. Of denk aan een kruising tussen Arctic Monkeys en Razorlight. Eigenlijk is het ook de meest Queensday-fähige band van de avond: de liedjes zijn niet te moeilijk, de teksten zijn niet te moeilijk, de band oogt sympathiek en het rockt lekker weg. Geen onzin, gewoon spelen. Het publiek neemt graag gebruik van deze kans om even makkelijk uit hun dak te gaan op nummers als Acrylic of Cavorting. Het debuutalbum St. Jude staat vol met dergelijke degelijke Britpopnummers, en met een beetje extra media-aandacht zou deze band het deze zomer ook erg goed kunnen doen in Nederland.

Nu Ipso Facto vorig weekend naliet om zich te manifesteren als New Wave sensatie is het vanavond de beurt aan Hatcham Social om dit recht te zetten. Met hun autistische c.q. ingetogen voorkomen weten ze van meet of aan de juiste sfeer te creëren. De nummers zijn dynamisch en zitten vreselijk goed in elkaar. Met dominante bas, heldere drums en zeer aangename zang is elk nummer een genot om naar te luisteren. Eigenlijk zou ik er niet te veel woorden aan willen wijden en een ieder verzoeken om de nummers gewoon te luisteren. So So Happy Making en singles Til The Dawn en How Soon Was Then? (knipoog naar The Smiths) zijn stuk voor stuk briljant. Een fijne afwisseling en een belofte voor de toekomst.

Young Knives hebben een nieuw album! Eind 2006 speelde de band tijdens London Calling nog in de kleine zaal, maar voor deze (halve) editie zijn ze tot de Grote Zaal gepromoveerd. Waar The Courteeners nog wel eens een potje zouden kunnen breken bij het grotere (of in ieder geval bij ‘groter’) publiek hier, zal dat voor de jonge messen er niet zo snel inzitten. Het trio ziet eruit als een stel bibliothecarissen en hoewel ze hun tweed imago voor een deel verworpen lijken te hebben, zijn het nog steeds drie knullige, Britse knaapjes. En daar zijn ze zich ook terdege bewust van: ze zijn niet dun en ze zijn niet echt knap en dat komt ook in de teksten naar voren. Maar de muziek is supercool. Het is net als Britse humor (nog een ingrediënt van de band); je moet er van houden. En er zijn genoeg liefhebbers, Paradiso is vanavond hun verzamelplaats. En (The) Young Knives is een wereldband.

Door: Kevin, Tom en Yoram
Foto's: Doug

Read more

Sunday, 4 May 2008

London Calling 2008 #1 zaterdag 26 april


De mensen die de laatste jaren London Calling aandoen weten dat het festival een ware titanenstrijd is. Meer dan 20 bands in twee dagen in twee oververhitte zalen (airconditioning zou geen slechte investering zijn). De zaterdag is een dag waarop je rond 15:00 uur opstaat, een biertje opent om de kater voor te zijn, vervolgens noodles, een burger of een pizza naar binnen werkt en langzaam richting Paradiso gaat. Vanavond staan er met bands als Late of the Pier, Johnny Foreigner, Pete and the Pirates en Video Nasties erg mooie namen, maar kunnen ze het waarmaken?

Het was nog niet eerder voorgekomen dat ik al voor de eerste band van de avond naar Paradiso ging maar voor Let’s Wrestle had ik het graag over. De entree belooft weinig: een supernerveuze bassist en een zanger/gitarist die zo uit Life With Louie lijkt weggelopen, een houthakkersoverhemd aan om het plaatje volledig te maken. En dat is logisch: de muziek hakt erin. Als na een paar nummers I Won’t Lie To You is afgelopen hoor ik iemand achter me spijkers met koppen slaan: “Ik vind het nu al vetter dan gister.” Maar het wordt nog vetter: tijdens afsluiter Let’s Wrestle trekken twee onverlaten hun shirt uit en duiken naar de grond om een potje te worstelen, zonder olie, dat dan weer wel. And then the crowd goes…

Pete and the Pirates dan, één van de grotere acts van het festival. Na eerder dit jaar langs wat kleine zaaltjes te hebben getourd moest nu de grote zaal gaan genieten van de verfrissende, lichte liedjes van dit vijftal uit Reading. Het beloofde feestje blijft echter achterwege. Ik kan er moeilijk een vinger op leggen maar het leek alsof het geluid niet goed stond afgesteld. Neem de intro van Bright Lights, iets waar ik naar uitkeek, die hoort keihard te knallen maar zelfs op cd klinkt het beter. In potentie een hele leuke band, live kunnen alle stukjes op z’n plaats vallen maar dat gebeurde nu zeker niet.

Dat het op London Calling vooral de bovenzaalbandjes zijn die het moeten doen is algemeen bekend. Van tevoren zeg ik nog tegen mijn buurman: "Dit kan wel eens de grootste verrassing worden van het weekend." In de voorbereiding op Cage the Elephant kom je langs de video van de single In One Ear. De steunpilaren van de band zijn gelijk duidelijk: heerlijke nummers met een lekkere flow en een fenomenale frontman. Live komt hier nog een stukje bij en gaat er nog een stukje af. Het haar is inmiddels wat korter, een zonnebril en een extra snufje enthousiasme zijn toegevoegd aan dit Amerikaanse recept. Kentucky zal voortaan naast z’n gefrituurde kip ook bekend staan om een bandje. Toegegeven: op het basloopje uit Free Love na blijft er weinig hangen van de nummers maar wat maakt het uit. Het is springen, hossen en zweten. De zanger doet mee in de pit en eindigt crowdsurfend bij de bar. Rock ’n roll zoals het hoort, gaan met die banaan.

De tweede band die de grote zaal mag veroveren is Get Cape. Wear Cape. Fly. GCWCF draait eigenlijk om Sam Duckworth bijgestaan door een drummer en een laptop. En hier gaat hij dan ook net als The Ting Tings de mist in. Waar The Ting Tings de computer af en toe achterwege laten lijkt Sam Duckworth hem bijna bij elk nummer nodig te hebben. Een paar nummers is het leuk die extra blazers maar uiteindelijk begon ik me er aan te ergeren. Niet alleen ziet het er lullig uit maar het geeft ook enorme beperkingen. Zo kan hij totaal niet inspelen op het publiek doordat hij telkens vastzit aan die computer die al op play staat en dus elk nummer precies net zolang duurt als op het album. Hierdoor klonk de muziek erg eentonig in tegenstelling tot op plaat waar de nummers een stuk experimenteler en diverser klinken. Dit alles is erg jammer als je bedenkt dat hij goed kan zingen en bewonderenswaardig gitaar kan spelen. Dus: volgende keer gewoon die blazers meenemen en misschien af en toe een elektrische gitaar pakken voor de variatie.

Direct daarna in de kleine zaal gaat One Night Only van start. One Night Only maakt Indie-pop wat eigenlijk al vanaf de eerste minuut te merken is: de handjes gaan moeiteloos in de lucht en de zanger, die wel wat weg heeft van Luke Pitchard (The Kooks) met zijn hemd en haar, verleidt de tienermeisjes met al zijn charmes. In het begin lijkt het wat rommelig allemaal maar dat slaat om na het nummer He’s There die we eerder al konden horen op de London Calling OOR CD. Hebben we hier te maken met de nieuwe Kooks alleen dan met keyboard? Misschien, maar waarschijnlijk niet: veel nummers hebben wel de mooie opbouw en het goed meezingbare refreintje, maar toch pakt het niet helemaal.

Joe Lean and the Jing Jang Jong zet, zonder moeite, de ketting van matige acts voort na het geweldige begin van de zaterdagavond. Joe Lean stond al eerder met The Pippetes in de bovenzaal van Paradiso, toen nog verscholen achter een drumstel. Nu staat hij op het podium en dat mag iedereen weten. Met zijn vreselijk strakke broek gaat hij de strijd aan met Johnny Bordeel als meest walgelijke frontman. Zijn bandje de ting tang tong jing jang twan zan ray-ban twins kunnen het leed helaas ook niet verzachten. Gezegd moet worden dat de band met Lucio Starts Fires, I Ain’t Sure en In Competition best aardige popnummers in huis heeft. Doordat ze echter met zoveel pretentieus geneuzel gebracht worden kan je niet anders dan ze uitkotsen. "Too much of nothing is not enough" zeiden wijze dames ooit.

In de bovenzaal staan inmiddels een zevental Schotten van Broken Records klaar om kwaliteit te brengen. Het gaat bij deze heren niet om hippe skinny jeans maar om muziek, iets waarvoor ik gekomen ben vanavond. De muziek ligt totaal niet in lijn met wat de LC-gangers gemiddeld voorgeschoteld krijgen. De waardering is er echter niet minder om, de muziek zweet van invloeden die in lijn liggen met de melancholische muziek van Jeff Buckley, Nick Cave en Neutral Milk Hotel en weet hierdoor een speciale sfeer te creëeren. Ogen dicht en genieten, even waan ik me in een oase van rust. Heerlijke muziek, rijk aangekleed maar nergens over the top. Een fijne verrassing!

The Rascals zijn als gevolg van een zijproject van de zanger ook één van de bekendere bands die Paradiso aandoen. Maar zoals wel meer bands in de grote zaal niet alle verwachtingen kunnen waarmaken, doen ook The Rascals dat niet. Er wordt absoluut genoten door de mannen maar ondanks dat ze een andere sound hebben dan de meeste bands is het allemaal iets te eentonig. Bijna elk nummer wordt 15 seconde voor het eind onderbroken door een korte stilte om vervolgens weer opgepakt te worden. De effecten vliegen je om de oren maar pakken je nooit, een uitschieter is niet te vinden. Het is zelfs zo erg dat ik, wanneer wordt aangekondigd dat er nog één nummer gespeeld gaat worden en blijkt dat dit weer niet Suspicious Wit is, bijna de zaal uitloop. Tegenvallertje.

Een van de meest veelbelovende namen speelde deze keer in de kleine zaal: Late of the Pier, een beetje in het vaarwater van Klaxons maken zij New Rave, Indie en Electro. Nadat de keyboards eindelijk goed aangesloten zijn kunnen de vier heren uit Castle Donnington beginnen. Vanaf de eerste minuut knalt het en dat is ook aan het publiek te merken: er wordt wild gesprongen en robot moves from 1984 zijn weer hip. Halverwege de set zegt de zanger dat er wat rustiger aan moet worden gedaan, niemand geeft hier gehoor aan en tot het laatste nummer (Bathroom Gurgle) gaat iedereen uit zijn dak. Enige minpunt zijn de ondraaglijke zweetdampen. Naar mijn mening een van de beste optredens van de afgelopen London Calling!

Video Nasties was de band waar ik de vorige editie het meeste naar uitkeek. De hoge verwachtingen werden meer dan ingelost en een betere afsluiter van een festival kon ik me niet wensen. De kleine zaal werd kapot gespeeld en met dit optreden achter de rug waren ze verzekerd van een terugkeer naar Amsterdam. Ditmaal staan ze in de Grote Zaal, de muziek van Video Nasties is explosief, scherp en rauw: perfect voor de kleine zaal, te obscuur voor de grote (zo blijkt). De voorste rij met fans raakt in extase als ‘klassiekers’ Karl Blau en Devil ingezet worden (van de gelijknamige Karl Blau EP). De rest van het publiek lijkt het iets minder goed te begrijpen en staart stoïcijns voor zich uit. Ondanks een ijzersterke set waarin blijkt dat de band duidelijk gegroeid is qua stage performance weet de band niet weer het zelfde gevoel op te wekken. Daarvoor is de zaal te groot en een deel van het publiek te saai, hopelijk binnenkort solo in de bovenzaal gewoon weer als vanouds.

Johnny Foreigner werd eerder al getipt door ondergetekende op deze zelfde blog als the gig to see. Johnny Foreigner is geen soloartiest maar een trio uit Birmingham, geen folkmuziek maar pure punkrock die doet denken aan Sonic Youth in een samurai gevecht met Pavement. Debuut album Waited Up ‘til It Was Light lekte daags voor aanvang van het festival uit, een heerlijke amuse voor een koningsmaaltijd. De slopende werking van het festival begint zijn tol inmiddels te eisen maar een laatste adrenalinestoot schokt door mijn lichaam terwijl Johnny Foreigner het podium betreed. Vanaf begin tot eind speelt de band alsof er no tomorrow is, Champagne Girls, Sofacore, Cranes and Cranes and Cranes and Cranes (and Cranes) en Yes! You Talk To Fast worden met passie gebracht en ontvangen. Als blijkt dat de band op weg naar Paradiso hun paspoorts kwijt geraakt zijn waardoor ze het land niet meer uit kunnen, lijkt noch band noch publiek te treuren. Hopelijk vragen ze een Nederlands paspoort aan want ik weet niet of ik nog heel lang kan wachten op een vervolg optreden.

Als afsluiter is om kwart voor twee Friendly Fires geprogameerd, vorig jaar speelde zei ook al op dit festival alleen dan in de kleine zaal. Zelf beschrijven ze zich als PunkFunkRock, ik zou het liever electro-pop willen noemen, met veel percussie en herhalende refreintjes die maar niet uit je hoofd willen. De heren stralen een en al energie uit op het podium en lijken er ook erg van te genieten, net zoals het publiek dat er vrolijk op los danst. En zo werd Friendly Fires een mooie afsluiting van de avond, nog even genieten van de drie heren uit St Albans en het laatste zweet van je af dansen en dan vrolijk en met een goed gevoel naar huis!

Door: Camiel, Kevin en Tom

Read more

Wednesday, 30 April 2008

London Calling 2008 #1 vrijdag 25 april

Sinds het mainstream succes van bands als Franz Ferdinand, Kaiser Chiefs en Arctic Monkeys wint het London Calling festival elke editie weer aan populariteit. Dit jaar ging het zelfs zo ver dat de passepartouts al uitverkocht waren met slechts een onofficiële bevestiging van Video Nasties (de uitschieter van de november 2007 editie samen met Blood Red Shoes).

Opener op de vrijdag is Florence and the Machine, oftewel Florence Welch en de muzikanten die tot haar beschikking staan. De muziek en haar prachtige doorleefde stem neigen veel naar ‘americana’ met een Engels accent, maar afgezien van een paar parels (Girl With One Eye) klinkt ze in sommige nummers als een nieuwe Kate Nash. En dat is wel het laatste waar we behoefte aan hebben. De overige tijd wordt ingevuld met covers (o.a. Beirut en Cold War Kids) en gekkigheid: vliegtuigjes gooien of iets anders debiels, want ja, het is nogal een vreemde tante. Maar aangezien ze nu nog geen fatsoenlijk half uur kan volmaken met eigen materiaal, kunnen we enkel raden of Florence zich zal ontpoppen tot een matig interessante Kate Nash-variant of dat ze het Britse antwoord op (laten we zeggen) Feist zal zijn?

De ene machine wordt opgevolgd door de ander, The Answering Machine, de band die pas kort voor aanvang van het festival bevestigd werd. Ondanks de leuke nummers, die overigens nergens echt vernieuwend klinken, weet de band de grote zaal niet te overtuigen. De spieren zijn nog te stijf en het eerste biertje moet nog gedronken worden. Erg jammer want met een losser publiek en wellicht een kleinere zaal had dit optreden ons veel meer kunnen brengen. Misschien wordt de band de volgende editie een herkansing gegund.

Exile Parade volgt en heeft in theorie goud in handen met producer Owen Morris (die eerder zijn taken voor The Verve en Oasis met verve uitvoerde). De facto ziet het plaatje er een stuk minder rooskleurig uit. De heren hebben zichzelf een rock imago aangemeten met hun strakke leren jasjes maar verder dan dat reikt de inspiratiebron niet… De zanger doet alsof ie Mick Jagger is maar vooral voor de gitarist moet je uitkijken; arrogant kijkt ie de zaal in, daarna toch nog maar even checken of ie het goede akkoord te pakken heeft om vervolgens weer heel wijs de zaal in te kijken. Er is niks mis met arrogantie maar zorg dan in ieder geval dat je een paar noten kan spelen en wat pakkende nummers hebt. Wat misplaatst, zelf z’n biertje krijgt ie niet op. Ober, mag ik een appelsap met een rietje voor deze jongen?!

De tweede band die in de grote zaal mag spelen is het instrumentale Baltic Fleet, ze maken krautrock die in de lijn ligt van Neu, Air en Daft Punk. Waar Daft Punk een fantastische stage performance heeft staan de heren van Baltic Fleet zielloos achter synthesizers, drumcomputers en drums. Het geluid staat slecht afgesteld en de zaal lijkt het meer als achtergrondmuziek te beschouwen, er wordt dan ook bijna niet gedanst wat toch wel zou moeten bij dit soort optredens. Aan de muziek ligt het niet, die is zeker in orde en bij vlagen zelfs erg goed maar de band staat eigenlijk gewoon op de verkeerde tijd op de verkeerde plek. Het is al geen echte London Calling band en dan spelen voor een nog nuchter publiek… het was bij voorbaat al gedoemd te mislukken.

Terwijl de mystieke klanken van Baltic Fleet nog doorklinken wacht de stampvolle kleine zaal vol verwachting op de New Wave sensatie uit Londen Ipso Facto. Misschien beter bekend als de zusjes van The Horrors maar verder dan de kleding reikt die vergelijking niet. De muziek van Ipso Facto is stukken minder ruig en neigt veel meer naar de goth kant dan naar garage, hetgeen ook blijkt ook uit de houding van de dames. Vol zelfvertrouwen maar met enige terughoudendheid wordt de zaal ingekeken. De stijl en muziek van Ipso Facto zijn een frisse afwisseling op een festival dat doorgaans gedomineerd wordt door post-Libertines gitaarbandjes. Op basis van de demos en verhalen uit London waren mijn verwachting voor dit concert hooggespannen. Deze verwachtingen worden maar deels waargemaakt. Het optreden ontbeert overtuiging, meeslependheid en geloofwaardigheid. Weer een kwestie van verkeerde setting en dat zeg ik met pijn in mijn hart. Een band als Ipso Facto moet je in een duistere underground venue zien en niet in een zaal vol met mensen die verkleed zijn als respectievelijk superman, piraat en ridder (drie jaar geleden zou London Calling nog wel perfect geweest zijn). Daarnaast treft de band ook enige blaam, een vernieuwende baslijn hier en daar zou gaan onnodige luxe zijn. Erg jammer want dit optreden had heel mooi kunnen zijn.

De avond heeft tot nu toe nog weinig memorabels gebracht, taak dus aan Mystery Jets om de zaal plat te spelen (zoals in 2006). Eerder deze maand werden alle mini Kate Nashjes omver geblazen door het geluid en met een breder publiek en een extra lange time slot lijken alle ingrediënten aanwezig. Aan het begin van het optreden gaat het echter al direct mis als Blaine’s keyboard het laat afweten, de microfoon valt uit, de gitaren staan te hard, drums te zacht. Sabotage? Je zou het bijna gaan denken. Ondanks alle technische gebreken worden de nummers met evenveel energie en passie gebracht als eerder deze maand. Enige verschil is dat er ditmaal wel ruimte is voor oud werk, beste single van 2006 You Can’t Fool Me Dennis. Het is duidelijk dat de Mystery Jets de focuss hebben gelegd op Twenty One en hiermee hopen eindelijk ook op het vasteland door te breken. Met een goede geluidsman gaat dit zonder problemen lukken.

Met twee leuke singles op zak is het de vraag of de vijf broekies van The Metros uit Zuid-London de bovenzaal aankunnen. Maar als je dan een zanger hebt die af en toe zo scheel kijkt dat ie nog geen sigaret kan aansteken en met de constatering dat er goed geluisterd is naar The Clash en The Libertines (check Robbin’ Hood), kan er eigenlijk al niets meer fout gaan. Stralend van vertrouwen en met de haren alle kanten op zijn ze er klaar voor om de tent te laten exploderen. Geen bakken vol pedalen, gewoon een versterker, een gitaar en spelen maar. Dit is waar we voor gekomen zijn: echte, pure, rauwe muziek gecombineerd met een sterk staaltje entertainment die veel bandjes ontberen. The Metros is niet alleen een energiek gitaarbandje maar heeft ook een originele sound in huis. Veel punk en ska-invloeden smelten samen tot catchy songs. De bovenzaal gaat plat en de vloer trilt zoals alleen de vloer van de bovenzaal dat kan. Heerlijk!

Blood Red Shoes is de absolute hoofdact van dit weekend. Iedereen tipte ze, iedereen had het over ze, het kon eigenlijk alleen maar tegenvallen. Dat deed het niet maar het deed het ook wel. Aan Steven 'Jezus wat een beest' Ansell en Laura-Mary 'Jezus wat is ze leuk' Carter zal het niet liggen. ’s Middags nog bij de instore in Concerto werd vier nummers lang alles gegeven en ook ’s avonds gaat het los. Als het duo na bijna drie kwartier vriendelijk doch dringend wordt verzocht om het optreden af te ronden wordt nog één nummer gespeeld, tijd voor I Wish I Was Someone Better is er niet eens. Maar ik blijf een vieze smaak overhouden aan het optreden. London Calling was een paar jaar geleden nog een festival waar mensen naartoe gingen die echt van de muziek hielden. De muziek was waar het om draaide. Tegenwoordig gaat het er vooral om om gezien te worden. Alle clichés over de ‘scene’ zijn van toepassing: Allstars, skinny jeans, een hip shirtje en wat al nog meer, tot trendy brilletjes aan toe. Was dat maar het ergste. Voor het eerst heb ik me echt geërgerd aan het publiek. Acht keer stagediven tijdens één nummer is niet hip, dat is zielig, kleine kutkoters. De meesten komen godverdomme nog niet eens boven het podium uit. 1 meter 30 en dan houdt het op. Vieze, zweterige, ouwe mannen komen ook nog even hun pens showen op het podium en trieste figuren in Hawaii-rokjes doen hun dansje. Voor het eerst ben ik blij dat bouncers mensen van het podium trekken. Maar je mag het de band niet kwalijk nemen. Er wordt met een ongelooflijke energie gespeeld en je ziet de twee echt genieten. Laura verandert van een onschuldig meisje in een punkchick die zo hard op haar gitaar ramt dat ze moet oppassen dat ze er niet van gaat bloeden en Steven mept zo hard dat hij zijn snare naar de kloten slaat. Crowdsurfend verlaten ze de zaal. Wat een band!

Make Model heeft de ondankbare taak om na Blood Red Shoes op te treden, of juist de dankbare taak? Een band met charisma zou voort kunnen borduren op de opgewekte energie en dit in haar voordeel gebruiken. Make Model lijkt het al opgegeven te hebben voor ze beginnen met spelen. Het podium staat vol met artiesten maar allemaal missen ze uitstraling. Op zich geen punt als je maar sterk materiaal in huis hebt. Het arsenaal van Make Model is leuk, maar niet meer dan dat. De nummers slaan niet aan en missen overtuiging, het is allemaal iets te braaf. Bij single The LSB wordt dit gevoel even opgewekt maar verder dan drie dansende mensen en een kopje koffie gaat het vanavond niet.

Iets na middernacht spelen The Ting Tings in de grote zaal. The Ting Tings bestaan net als Blood Red Shoes uit een mannelijke drummer en een vrouwelijke gitarist. Ze maken indie-pop die af en toe een beetje naar electro neigt. Iedereen in de zaal doet eigenlijk waar die zin in heeft: sommige dansen, sommige springen, sommige pitten, sommige crowdsurfen. Het publiek is tevreden maar het lijkt allemaal net iets te gemaakt. Zo worden veel basloopjes uit de computer getoverd waardoor de charme er toch vanaf is. Kortom: leuk, maar niet geweldig

Dead Kids heeft duidelijk minder brave inspiratiebronnen dan The Ting Tings, de grote vraag voor het optreden was dan ook of er nog iets over zou blijven van de kleine zaal. Ze maken enorm energieke new-rave-punk, een soort van doorgeslagen Does It Offend You, Yeah? Maar voor de muziek hoef je eigenlijk niet naar Dead Kids te gaan: het is de show. Vanaf minuut 1 springt de zanger alle kanten op, randt een meisje half aan en crowdsurft alsof zijn leven er vanaf hangt. Aan het einde van het optreden is iedereen helemaal verbaasd van de explosie van energie die zich het afgelopen halfuur heeft voorgedaan. Om de muziek gaat het helemaal niet bij Dead Kids, het is de show!

Aan Get Shakes de eer om de vrijdag af te sluiten. Veel kan ik hier niet over zeggen want na 2 nummers ben ik afgehaakt. Helemaal ingebouwd door al hun apparatuur, een aantal synthesizer, drumpats en een Macbook, maken 2 twee broers voornamelijk electro. Het publiek was niet echt duidelijk naar de twee heren gericht waardoor ik denk dat velen het niet eens hadden gemerkt als er een CD was opgezet, weinig boeiends dus (tot de eerste 2 nummers).

Door: Camiel, Kevin, Tom en Yoram

Read more

Saturday, 19 April 2008

Covers (Mixtape)




Deze week is onze mixtape gevuld met covers en hun origineel. Enjoy!

Klik hier voor het eerste deel van de mixtape
The Beatles / The Libertines – Eight Days A Week
Gnarls Barkley / The Kooks – Crazy
The Beatles / Pete Doherty – She Loves You
David Bowie / The Last Shadow Puppets –In The Heat Of The Morning
Klaxons / Kaiser Chiefs – Golden Skans

Klik hier voor het tweede deel van de mixtape
The Strokes / Arctic Monkeys – Take It Or Leave It
Justice / Get Cape. Wear Cape. Fly – D.A.N.C.E.
The Libertines / Adam Green – What A Waster
Devo / Does It Offend You, Yeah? – Whip It
Barbara Lewis / Arctic Monkeys & The 747s – Baby I’m Yours

Read more

Wednesday, 16 April 2008

The Kooks streven naar perfectie (Concertrecensie)

Gezien: The Kooks, Melkweg The Max 14-04-2008

Het is acht op de tien keer vaste prik bij concerten. Met de trein naar CS of Zuid en vanaf daar met de 1, 2 of 5 naar Leidse, soms nog even naar de Mac en vervolgens óf linksaf naar de Weteringschans óf rechtsaf naar de Lijnbaansgracht. Anders dan normaal is deze avond de blik naar het balkon van de Stadsschouwburg. Ik zou er meerdere moorden voor doen om zondag vanaf deze plek weer naar het balkon te mogen kijken. Vandaag gaan we weer eens rechtsaf naar de Melkweg, die voor dit concert binnen een handomdraai was uitverkocht. Het zou zaak worden voor de mannen uit Brighton om mij te overtuigen, dit had tweede plaat Konk allerminst kunnen doen en dus was ik vrij sceptisch van tevoren.

Maar negatieve gedachtes worden vanavond niet getolereerd, God straft meteen. Een genious mind moet vannacht een geniale ingeving gehad hebben om de fans in shifts van tien naar binnen te laten gaan. Nergens voor nodig en gevolg is dat het voorprogramma Get Cape. Wear Cape. Fly aan een grote groep mensen voorbij gaat. Bij de garderobe hoor ik trompetgeschal maar op het podium staat alleen Sam Duckworth met een gitaar, begeleid door een drummer. De trompetten komen uit zijn laptop. De twee nummers zijn te weinig voor een waardeoordeel maar we krijgen zaterdag 26 april een herkansing als deze singer-songwriter op London Calling staat.

Dan is het de beurt aan The Kooks. De muziek en de lichten gaan uit en terwijl vanuit de schemering vier contouren zichtbaar worden begint een ware lichtshow, ondersteund door lichten maatje XL van het type dat je bij de tandarts vindt. De band opent met See The World en de toon is gezet: vanavond gaat het los. Het is een kwestie van nog even snel ademhalen want het eerste rustmoment komt pas dik een halfuur verder. Ook eerste single van het nieuwe album Always Where I Need To Be kan rekenen op een springende massa.

Na vier nummers is het tijd voor het eerste (en enige?) verstaanbare praatje met het publiek. Of we de nieuwe plaat al hebben gehoord… natuurlijk hebben we dat! Luke en Hugh kijken elkaar aan alsof ze hun oren niet kunnen geloven, de release van Konk was immers ook vandaag. Welkom in 2008. Als vervolgens de inleidende gitaren van Sway klinken blijkt inderdaad dat de meerderheid van het publiek de nieuwe plaat al meerdere malen heeft beluisterd. Maar ieder nadeel hep ze voordeel en dus gaat de zaal voor de vijfde keer deze avond uit z’n dak.

Dit deel van de set is het absolute hoogtepunt. Met Time Awaits stijgt de band haast boven zichzelf uit. Dit nummer wordt verlengd tot het nog langer duurt dan op de plaat en de zware gitaren uit de intro doen de grond in hartje Amsterdam momenteel nog steeds naschudden. Hugh laat zien wat een briljante gitarist hij is.
Als Luke daarna voor het evenwicht in de set zijn akoestische gitaar pakt en je kent het nieuwe album en beetje dan hoop je op één bepaald nummer: het schitterende One Last Time. De overige bandleden springen halverwege in, (tijdelijke) bassist Dan leunt nonchalant tegen zijn kolossale versterker aan.

Dan gebeurt wat ik min of meer al voorzien had in mijn recensie van Konk. Do You Wanna is misschien wel het slechtste nummer van dit album maar wel een hele aanstekelijke. De handjes gaan in de lucht en klappen ritmisch mee, de tekst wordt luidkeels meegezongen. Het is officieel: dit concert is ijzersterk. Na Naive is het tijd om het tempo even wat omlaag te gooien. De periode dat het optreden wat inzakt duurt exact twee nummers en niet geheel toevallig betreft het hier nummers van de nieuwe plaat. Met drie nummers van Inside In/Inside Out wordt de set stijlvol afgesloten, iedereen is toe aan wat rust.

Voor de toegift komt Luke vijf minuten later alleen het podium op. Deze keer zonder de altijd stevig timmerende Paul en z’n andere bandgenoten. Hij doet waar hij goed in is: frontman-zijn. Seaside en Jackie Big Tits (“And Amsterdam, I never knew you so well”) worden akoestisch gespeeld. Dan is het is tijd voor Dan. Tot nu toe heeft hij quasi-ongeïnteresseerd voor zich uitgekeken maar bij Stormy Weather moet ook hij er aan geloven. Waar hij zich bij de meeste overige nummers kan beperken tot het spelen van grondtonen is de bas in dit nummer helemaal onmisbaar. Iets meer afwisseling op dit gebied kan op het derde album geen kwaad. De uitgelaten meute zal het een worst wezen. Sofa Song is de knallende afsluiter van vanavond en dan kan de rekening opgemaakt worden.

De tweede plaat mag dan niet denderend zijn, de nummers van Konk werden, een uitzondering daargelaten, met een grote dosis overtuiging gespeeld. De setlist spreekt echter voor zich: in dik 75 minuten worden elf oude en acht nieuwe nummers gespeeld, een logische verdeling in hun zoektocht naar een perfect optreden.
Veelzeggend was het moment waarop de band na een kort applaus door wilde gaan maar hier door technisch ongemak aan het drumstel van werd weerhouden. De koppies spraken boekdelen. Het siert ze.


Setlist:
See The World
Always Where I Need To Be
Eddie’s Gun
Ooh La
Sway
Time Awaits
One Last Time
Mr. Maker
I Want You
Do You Wanna
Naïve
Shine On
See The Sun
Matchbox
She Moves In Her Own Way
You Don’t Love Me

Seaside
Jackie Big Tits
Stormy Weather
Sofa Song

Read more

Monday, 14 April 2008

My little brother just discovered Rock and Roll (Prospect)


Naarmate ik ouder word en de bands steeds jonger begin ik te twijfelen aan mijn keuze voor een huis-tuin-en-keuken-bestaan. Too old to Rock and Roll, too young to die? Dit adagium gaat in ieder geval niet op voor de jongetjes van Lo-Fi Culture Scene. Op elfjarige leeftijd ruilden Tom M., Angus, Callum, Tom H. en Jacob de legosteentjes in voor volwaardige instrumenten en sindsdien is Lo-Fi Culture Scene een feit.

Door hun jonge leeftijd is de muziek onbevangen en fris. Waar de verwachtingspatronen niet verder reiken dan lyrics in de lijn van “ABCDEF and G, that reminds me of when we were free”, verrast Lo-Fi Culture Scene. Ze klinken frisser dan The Strokes op This Is It? en puntiger dan Bloc Party ten tijde van Silent Alarm. Levende bewijs hiervan zijn nummers als Go Your Own Way en Meet Again. De brutaal tegen elkaar opspelende gitaren zijn perfect afgekeken van hun voorbeelden, toch klinkt er al een eigen herkenbaar Lo-Fi geluid door. Dit frisse geluid heeft er, met een beetje hulp van broer Jamie MacColl uit Bombay Bicycle Club, voor gezorgd dat ze zich hebben kunnen vestigen in de Noord-Londense scene. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen want inmiddels speelden ze al in het voorprogramma van onder andere voorbeelden Bloc Party, Blood Red Shoes en Good Shoes. Na lovende kritieken van voornamelijk Artrocker kan niemand meer om de jongste next big thing heen.
Inmiddels hebben ze tijd gevonden om tijdens de tussenuurtjes de eerste single Abstract op te nemen onder label KIDS, waarvan de feestelijke release 30 juni zal zijn. De demoversie van het nummer klinkt veelbelovend, de hoekige gitaarlijnen uit Go Your Own Way worden voortgezet en komen halverwege het nummer samen met de drums als mentos met diet coke. Hopelijk weten ze de kwaliteiten van de nummers vast te houden en kunnen ze ons aan het einde van zomervakantie met een EP verrassen. Met zoveel potentie en talent lijkt een optreden als jongste band ooit op London Calling niet ver weg.

MySpace
Download

Read more

Sunday, 13 April 2008

The Rifles have got Standards (Concertrecensie)

Gezien: The Rifles, Tivoli 11-04-2008

Daar stond ik dan om tien voor negen in Tivoli te wachten op The Rifles. Eigenlijk had ik in Paradiso willen zijn om hippe dansmoves te maken op de muziek van Foals. Maar in een gekke bui had ik een kaartje gekocht voor The Rifles, verkeerde beslissing gemaakt?

De avond ging van start met de vijf local boys van de band Paper Tiger, ze maken een mix van indie, pop en folk. De heren spelen met veel plezier en weten met kleine grapjes het publiek goed op te warmen. Ongeveer 20 minuten later beklimmen The Rifles het podium. Zonder een woord te zeggen beginnen ze aan hun nieuwe single Talking. Het publiek lijkt overdonderd en reageert nog een beetje afwachtend. Bij het tweede nummer ontstaat er een rustige pit in het midden van de zaal maar het begint pas echt bij het achtste nummer, Peace & Quiet. Het enige nummer van vanavond waar de band de energie van het debuutalbum ook live weet te evenaren.

Tussen de nummers worden wat grapjes gemaakt. Zo wordt een rustig nummer aangekondigd om vervolgens She’s Got Standards in te zetten. Ook liet de band weten dat ze hun nieuwe album bijna af hadden en na de tour er de laatste hand aan zouden leggen (de waarschijnlijke release datum is 23 juni). De nieuwe nummers die gespeeld werden liggen in de lijn van de huidige The Rifles sound, niks nieuws dus. Vaak ook weer opgebouwd vanuit een paar akkoorden die door de zanger worden gespeeld waarover de tweede gitarist een deuntje of een solo speelt. Het enige nieuwe nummer dat me is bijgebleven is Romeo & Juliet, waarvan we al eerder een akoestische versie op hun MySpace konden horen.

Na 13 nummers verlaten ze het podium om na vijf minuten weer terug te komen en nog drie laatste nummers te spelen: Narrow Minded Social Club, het nieuwe nummer The Great Escape en Local Boy waarbij iedereen nog een laatste keer uit zijn dak gaat. Al met al een optreden die niet zo memorabel was als ik had gehoopt. De nummers werden erg strak gespeeld, er was contact met het publiek, er werd gesprongen, maar de oprechte energie ontbrak. Terwijl ze deze energie op plaat vrijwel continu weten te brengen was enige echte hoogtepunt Peace & Quiet. Ook na het optreden zijn de heren niet meer in voor een korte babbel, snel de tourbus is en de gordijntjes dicht.

Alles overziend was Foals waarschijnlijk een betere keuze geweest..

Door: Tom

Read more

Thursday, 10 April 2008

Het feestje van Piet (London Calling)

Toen ik 12 januari het kleine zaaltje van Ekko kwam uitgelopen was ik vrolijk en vooral verrast. Een week eerder had ik een nieuwsbrief van Ekko in m’n mailbox gekregen waarin stond dat ik door een mailtje terug te sturen twee kaartjes kon winnen voor het optreden van Pete and the Pirates in deze zaal. Ik had vaag een keer van dit bandje gehoord dus ben maar eens gaan luisteren naar nummers op MySpace. Mr. Understanding, Knots, Come On Feet en Bright Lights klonken heel leuk dus de mail was gauw verstuurd en de volgende dag kreeg ik bericht dat ik had ‘gewonnen’.


Het optreden zelf kan ik niet anders typeren dan één groot (kinder)feestje, tot de slingers aan toe. De vijf jongemannen uit Reading genieten vanaf het moment dat ze het podium opkomen tot en met het moment dat ze het podium na de toegift weer verlaten en het publiek geniet zo mogelijk nog meer. In no time is het optreden voorbij, de nummers zijn langs geraasd zonder een moment van verslapping. Licht verteerbaar, puntig, vrolijk, snel, ritmisch, dansbaar. Of zoals ze zelf zeggen: "Pete and The Pirates blend of smooth edged punk and pop produces music which is sweet, raw, joyous, melancholic, raucous and tender." Na afloop praat ik nog een half uur met gitarist Peter en drummer Jonny en maak ik ze duidelijk dat ze vooral naar de volgende editie van London Calling moeten komen.

Een week later wordt hun naam bevestigd en wordt het tijd om maar eens op zoek te gaan naar wat meer muziek. Ik kom uit bij debuut EP Get Even, geheel onverwacht is dit een beetje een suffig plaatje dat totaal niet doet vermoeden hoe het er live aan toe gaat. Alleen Toe, een heel mooi ingetogen nummer dat aan het eind explodeert, laat een glimp zien van wat PatP in zijn mars heeft.
Tweede EP Wait Stop Begin begint met het bekende Come On Feet, maar doet mijn hart maar weinig sneller kloppen dan Get Even terwijl vier van de zeven nummers ook live werden gespeeld. Ook nieuwe single She Doesn’t Belong To Me klinkt wat mat.

Dan het debuutalbum Little Death. Wanneer krijg ik weer dat gevoel van het optreden? Waar blijven die vrolijke deuntjes? Wanneer begint het feestje? Eigenlijk nooit. Het is een hele leuke, goede plaat, de vier eerdergenoemde nummers blijven in je kop zitten en Bright Lights is een heerlijke afsluiter, maar lang niet alle nummers worden met deze hoeveelheid energie gespeeld.
En dat is het precies het verschil. In de rustigere nummers zitten weldegelijk behoorlijk opzwepende melodieën maar deze worden tijdens het optreden wel met dezelfde energie gespeeld. De bas dreunt een stuk lekkerder door in je buik, de drum knalt harder en de gitaren zijn een pak scherper.

Voor het laatste nummer van de set in Utrecht werd het publiek gevraagd of dit nummer fast of slow gespeeld moest worden. Fast klonk het volmondig. Maar eigenlijk was deze vraag overbodig. Pete and the Pirates is live op z’n sterkst en verrast je door in hoogste versnelling de leukste liedjes te spelen. Een feestje was het in Utrecht en een feestje gaat het worden in Amsterdam. Vergeet je slingers niet mee te nemen.

Live: 26 april in Paradiso
Link: YouTube en MySpace
Foto: Steve Gullick

Read more

Motel Mozaïque (Mixtape)


Dit weekend gaat Motel Mozaïque weer van start. Zoals elk jaar verstrekt de organisatie in samenwerking met Plato een gratis sampler. Degenen die de sampler mis hebben gelopen hoeven niet te treuren want hier onder is deze te downloaden danwel direct te beluisteren via de 3voor12 luisterpaal. Voor de studenten onder ons zijn er zaterdagmiddag gratis optredens van o.a. Jamie Lidell, Shout Out Louds en Black Lips. Helaas hebben Mystery Jets afgezegd, het optreden op London Calling gaat wel nog gewoon door.

1. Goldfrapp - Little Bird
2. Holy Fuck - Royal Gregory
3. Tim Vanhamel - Until I Find You
4. The Do - On My Shoulders
5. Jamie Lidell - Figured Me Out (LA George Mix)
6. The Black Lips - O Katrina!
7. The Gutter Twins - Idle Hands
8. Efterklang - Caravan
9. M83 - Kim & Jessie
10. Midnight Juggernauts - Road To Recovery
11. Alela Diane - Tired Feet
12. Thinguma*jigSaw (Awakeinwhitechapel) Pt. 1 - Redlightcockflight
13. DeVotchKa - Transliterator
14. A Fine Frenzy - Almost Lover
15. Jana Hunter - Vultures

Luister

Motel Mozaïque

Read more