De mensen die de laatste jaren London Calling aandoen weten dat het festival een ware titanenstrijd is. Meer dan 20 bands in twee dagen in twee oververhitte zalen (airconditioning zou geen slechte investering zijn). De zaterdag is een dag waarop je rond 15:00 uur opstaat, een biertje opent om de kater voor te zijn, vervolgens noodles, een burger of een pizza naar binnen werkt en langzaam richting Paradiso gaat. Vanavond staan er met bands als Late of the Pier, Johnny Foreigner, Pete and the Pirates en Video Nasties erg mooie namen, maar kunnen ze het waarmaken?
Het was nog niet eerder voorgekomen dat ik al voor de eerste band van de avond naar Paradiso ging maar voor Let’s Wrestle had ik het graag over. De entree belooft weinig: een supernerveuze bassist en een zanger/gitarist die zo uit Life With Louie lijkt weggelopen, een houthakkersoverhemd aan om het plaatje volledig te maken. En dat is logisch: de muziek hakt erin. Als na een paar nummers I Won’t Lie To You is afgelopen hoor ik iemand achter me spijkers met koppen slaan: “Ik vind het nu al vetter dan gister.” Maar het wordt nog vetter: tijdens afsluiter Let’s Wrestle trekken twee onverlaten hun shirt uit en duiken naar de grond om een potje te worstelen, zonder olie, dat dan weer wel. And then the crowd goes…
Pete and the Pirates dan, één van de grotere acts van het festival. Na eerder dit jaar langs wat kleine zaaltjes te hebben getourd moest nu de grote zaal gaan genieten van de verfrissende, lichte liedjes van dit vijftal uit Reading. Het beloofde feestje blijft echter achterwege. Ik kan er moeilijk een vinger op leggen maar het leek alsof het geluid niet goed stond afgesteld. Neem de intro van Bright Lights, iets waar ik naar uitkeek, die hoort keihard te knallen maar zelfs op cd klinkt het beter. In potentie een hele leuke band, live kunnen alle stukjes op z’n plaats vallen maar dat gebeurde nu zeker niet.
Dat het op London Calling vooral de bovenzaalbandjes zijn die het moeten doen is algemeen bekend. Van tevoren zeg ik nog tegen mijn buurman: "Dit kan wel eens de grootste verrassing worden van het weekend." In de voorbereiding op Cage the Elephant kom je langs de video van de single In One Ear. De steunpilaren van de band zijn gelijk duidelijk: heerlijke nummers met een lekkere flow en een fenomenale frontman. Live komt hier nog een stukje bij en gaat er nog een stukje af. Het haar is inmiddels wat korter, een zonnebril en een extra snufje enthousiasme zijn toegevoegd aan dit Amerikaanse recept. Kentucky zal voortaan naast z’n gefrituurde kip ook bekend staan om een bandje. Toegegeven: op het basloopje uit Free Love na blijft er weinig hangen van de nummers maar wat maakt het uit. Het is springen, hossen en zweten. De zanger doet mee in de pit en eindigt crowdsurfend bij de bar. Rock ’n roll zoals het hoort, gaan met die banaan.
De tweede band die de grote zaal mag veroveren is Get Cape. Wear Cape. Fly. GCWCF draait eigenlijk om Sam Duckworth bijgestaan door een drummer en een laptop. En hier gaat hij dan ook net als The Ting Tings de mist in. Waar The Ting Tings de computer af en toe achterwege laten lijkt Sam Duckworth hem bijna bij elk nummer nodig te hebben. Een paar nummers is het leuk die extra blazers maar uiteindelijk begon ik me er aan te ergeren. Niet alleen ziet het er lullig uit maar het geeft ook enorme beperkingen. Zo kan hij totaal niet inspelen op het publiek doordat hij telkens vastzit aan die computer die al op play staat en dus elk nummer precies net zolang duurt als op het album. Hierdoor klonk de muziek erg eentonig in tegenstelling tot op plaat waar de nummers een stuk experimenteler en diverser klinken. Dit alles is erg jammer als je bedenkt dat hij goed kan zingen en bewonderenswaardig gitaar kan spelen. Dus: volgende keer gewoon die blazers meenemen en misschien af en toe een elektrische gitaar pakken voor de variatie.
Direct daarna in de kleine zaal gaat One Night Only van start. One Night Only maakt Indie-pop wat eigenlijk al vanaf de eerste minuut te merken is: de handjes gaan moeiteloos in de lucht en de zanger, die wel wat weg heeft van Luke Pitchard (The Kooks) met zijn hemd en haar, verleidt de tienermeisjes met al zijn charmes. In het begin lijkt het wat rommelig allemaal maar dat slaat om na het nummer He’s There die we eerder al konden horen op de London Calling OOR CD. Hebben we hier te maken met de nieuwe Kooks alleen dan met keyboard? Misschien, maar waarschijnlijk niet: veel nummers hebben wel de mooie opbouw en het goed meezingbare refreintje, maar toch pakt het niet helemaal.
Joe Lean and the Jing Jang Jong zet, zonder moeite, de ketting van matige acts voort na het geweldige begin van de zaterdagavond. Joe Lean stond al eerder met The Pippetes in de bovenzaal van Paradiso, toen nog verscholen achter een drumstel. Nu staat hij op het podium en dat mag iedereen weten. Met zijn vreselijk strakke broek gaat hij de strijd aan met Johnny Bordeel als meest walgelijke frontman. Zijn bandje de ting tang tong jing jang twan zan ray-ban twins kunnen het leed helaas ook niet verzachten. Gezegd moet worden dat de band met Lucio Starts Fires, I Ain’t Sure en In Competition best aardige popnummers in huis heeft. Doordat ze echter met zoveel pretentieus geneuzel gebracht worden kan je niet anders dan ze uitkotsen. "Too much of nothing is not enough" zeiden wijze dames ooit.
In de bovenzaal staan inmiddels een zevental Schotten van Broken Records klaar om kwaliteit te brengen. Het gaat bij deze heren niet om hippe skinny jeans maar om muziek, iets waarvoor ik gekomen ben vanavond. De muziek ligt totaal niet in lijn met wat de LC-gangers gemiddeld voorgeschoteld krijgen. De waardering is er echter niet minder om, de muziek zweet van invloeden die in lijn liggen met de melancholische muziek van Jeff Buckley, Nick Cave en Neutral Milk Hotel en weet hierdoor een speciale sfeer te creëeren. Ogen dicht en genieten, even waan ik me in een oase van rust. Heerlijke muziek, rijk aangekleed maar nergens over the top. Een fijne verrassing!
The Rascals zijn als gevolg van een zijproject van de zanger ook één van de bekendere bands die Paradiso aandoen. Maar zoals wel meer bands in de grote zaal niet alle verwachtingen kunnen waarmaken, doen ook The Rascals dat niet. Er wordt absoluut genoten door de mannen maar ondanks dat ze een andere sound hebben dan de meeste bands is het allemaal iets te eentonig. Bijna elk nummer wordt 15 seconde voor het eind onderbroken door een korte stilte om vervolgens weer opgepakt te worden. De effecten vliegen je om de oren maar pakken je nooit, een uitschieter is niet te vinden. Het is zelfs zo erg dat ik, wanneer wordt aangekondigd dat er nog één nummer gespeeld gaat worden en blijkt dat dit weer niet Suspicious Wit is, bijna de zaal uitloop. Tegenvallertje.
Een van de meest veelbelovende namen speelde deze keer in de kleine zaal: Late of the Pier, een beetje in het vaarwater van Klaxons maken zij New Rave, Indie en Electro. Nadat de keyboards eindelijk goed aangesloten zijn kunnen de vier heren uit Castle Donnington beginnen. Vanaf de eerste minuut knalt het en dat is ook aan het publiek te merken: er wordt wild gesprongen en robot moves from 1984 zijn weer hip. Halverwege de set zegt de zanger dat er wat rustiger aan moet worden gedaan, niemand geeft hier gehoor aan en tot het laatste nummer (Bathroom Gurgle) gaat iedereen uit zijn dak. Enige minpunt zijn de ondraaglijke zweetdampen. Naar mijn mening een van de beste optredens van de afgelopen London Calling!
Video Nasties was de band waar ik de vorige editie het meeste naar uitkeek. De hoge verwachtingen werden meer dan ingelost en een betere afsluiter van een festival kon ik me niet wensen. De kleine zaal werd kapot gespeeld en met dit optreden achter de rug waren ze verzekerd van een terugkeer naar Amsterdam. Ditmaal staan ze in de Grote Zaal, de muziek van Video Nasties is explosief, scherp en rauw: perfect voor de kleine zaal, te obscuur voor de grote (zo blijkt). De voorste rij met fans raakt in extase als ‘klassiekers’ Karl Blau en Devil ingezet worden (van de gelijknamige Karl Blau EP). De rest van het publiek lijkt het iets minder goed te begrijpen en staart stoïcijns voor zich uit. Ondanks een ijzersterke set waarin blijkt dat de band duidelijk gegroeid is qua stage performance weet de band niet weer het zelfde gevoel op te wekken. Daarvoor is de zaal te groot en een deel van het publiek te saai, hopelijk binnenkort solo in de bovenzaal gewoon weer als vanouds.
Johnny Foreigner werd eerder al getipt door ondergetekende op deze zelfde blog als the gig to see. Johnny Foreigner is geen soloartiest maar een trio uit Birmingham, geen folkmuziek maar pure punkrock die doet denken aan Sonic Youth in een samurai gevecht met Pavement. Debuut album Waited Up ‘til It Was Light lekte daags voor aanvang van het festival uit, een heerlijke amuse voor een koningsmaaltijd. De slopende werking van het festival begint zijn tol inmiddels te eisen maar een laatste adrenalinestoot schokt door mijn lichaam terwijl Johnny Foreigner het podium betreed. Vanaf begin tot eind speelt de band alsof er no tomorrow is, Champagne Girls, Sofacore, Cranes and Cranes and Cranes and Cranes (and Cranes) en Yes! You Talk To Fast worden met passie gebracht en ontvangen. Als blijkt dat de band op weg naar Paradiso hun paspoorts kwijt geraakt zijn waardoor ze het land niet meer uit kunnen, lijkt noch band noch publiek te treuren. Hopelijk vragen ze een Nederlands paspoort aan want ik weet niet of ik nog heel lang kan wachten op een vervolg optreden.
Als afsluiter is om kwart voor twee Friendly Fires geprogameerd, vorig jaar speelde zei ook al op dit festival alleen dan in de kleine zaal. Zelf beschrijven ze zich als PunkFunkRock, ik zou het liever electro-pop willen noemen, met veel percussie en herhalende refreintjes die maar niet uit je hoofd willen. De heren stralen een en al energie uit op het podium en lijken er ook erg van te genieten, net zoals het publiek dat er vrolijk op los danst. En zo werd Friendly Fires een mooie afsluiting van de avond, nog even genieten van de drie heren uit St Albans en het laatste zweet van je af dansen en dan vrolijk en met een goed gevoel naar huis!
Door: Camiel, Kevin en Tom
Read more
Sunday, 4 May 2008
London Calling 2008 #1 zaterdag 26 april
Wednesday, 30 April 2008
London Calling 2008 #1 vrijdag 25 april
Sinds het mainstream succes van bands als Franz Ferdinand, Kaiser Chiefs en Arctic Monkeys wint het London Calling festival elke editie weer aan populariteit. Dit jaar ging het zelfs zo ver dat de passepartouts al uitverkocht waren met slechts een onofficiële bevestiging van Video Nasties (de uitschieter van de november 2007 editie samen met Blood Red Shoes).
Opener op de vrijdag is Florence and the Machine, oftewel Florence Welch en de muzikanten die tot haar beschikking staan. De muziek en haar prachtige doorleefde stem neigen veel naar ‘americana’ met een Engels accent, maar afgezien van een paar parels (Girl With One Eye) klinkt ze in sommige nummers als een nieuwe Kate Nash. En dat is wel het laatste waar we behoefte aan hebben. De overige tijd wordt ingevuld met covers (o.a. Beirut en Cold War Kids) en gekkigheid: vliegtuigjes gooien of iets anders debiels, want ja, het is nogal een vreemde tante. Maar aangezien ze nu nog geen fatsoenlijk half uur kan volmaken met eigen materiaal, kunnen we enkel raden of Florence zich zal ontpoppen tot een matig interessante Kate Nash-variant of dat ze het Britse antwoord op (laten we zeggen) Feist zal zijn?
De ene machine wordt opgevolgd door de ander, The Answering Machine, de band die pas kort voor aanvang van het festival bevestigd werd. Ondanks de leuke nummers, die overigens nergens echt vernieuwend klinken, weet de band de grote zaal niet te overtuigen. De spieren zijn nog te stijf en het eerste biertje moet nog gedronken worden. Erg jammer want met een losser publiek en wellicht een kleinere zaal had dit optreden ons veel meer kunnen brengen. Misschien wordt de band de volgende editie een herkansing gegund.
Exile Parade volgt en heeft in theorie goud in handen met producer Owen Morris (die eerder zijn taken voor The Verve en Oasis met verve uitvoerde). De facto ziet het plaatje er een stuk minder rooskleurig uit. De heren hebben zichzelf een rock imago aangemeten met hun strakke leren jasjes maar verder dan dat reikt de inspiratiebron niet… De zanger doet alsof ie Mick Jagger is maar vooral voor de gitarist moet je uitkijken; arrogant kijkt ie de zaal in, daarna toch nog maar even checken of ie het goede akkoord te pakken heeft om vervolgens weer heel wijs de zaal in te kijken. Er is niks mis met arrogantie maar zorg dan in ieder geval dat je een paar noten kan spelen en wat pakkende nummers hebt. Wat misplaatst, zelf z’n biertje krijgt ie niet op. Ober, mag ik een appelsap met een rietje voor deze jongen?!
De tweede band die in de grote zaal mag spelen is het instrumentale Baltic Fleet, ze maken krautrock die in de lijn ligt van Neu, Air en Daft Punk. Waar Daft Punk een fantastische stage performance heeft staan de heren van Baltic Fleet zielloos achter synthesizers, drumcomputers en drums. Het geluid staat slecht afgesteld en de zaal lijkt het meer als achtergrondmuziek te beschouwen, er wordt dan ook bijna niet gedanst wat toch wel zou moeten bij dit soort optredens. Aan de muziek ligt het niet, die is zeker in orde en bij vlagen zelfs erg goed maar de band staat eigenlijk gewoon op de verkeerde tijd op de verkeerde plek. Het is al geen echte London Calling band en dan spelen voor een nog nuchter publiek… het was bij voorbaat al gedoemd te mislukken.
Terwijl de mystieke klanken van Baltic Fleet nog doorklinken wacht de stampvolle kleine zaal vol verwachting op de New Wave sensatie uit Londen Ipso Facto. Misschien beter bekend als de zusjes van The Horrors maar verder dan de kleding reikt die vergelijking niet. De muziek van Ipso Facto is stukken minder ruig en neigt veel meer naar de goth kant dan naar garage, hetgeen ook blijkt ook uit de houding van de dames. Vol zelfvertrouwen maar met enige terughoudendheid wordt de zaal ingekeken. De stijl en muziek van Ipso Facto zijn een frisse afwisseling op een festival dat doorgaans gedomineerd wordt door post-Libertines gitaarbandjes. Op basis van de demos en verhalen uit London waren mijn verwachting voor dit concert hooggespannen. Deze verwachtingen worden maar deels waargemaakt. Het optreden ontbeert overtuiging, meeslependheid en geloofwaardigheid. Weer een kwestie van verkeerde setting en dat zeg ik met pijn in mijn hart. Een band als Ipso Facto moet je in een duistere underground venue zien en niet in een zaal vol met mensen die verkleed zijn als respectievelijk superman, piraat en ridder (drie jaar geleden zou London Calling nog wel perfect geweest zijn). Daarnaast treft de band ook enige blaam, een vernieuwende baslijn hier en daar zou gaan onnodige luxe zijn. Erg jammer want dit optreden had heel mooi kunnen zijn.
De avond heeft tot nu toe nog weinig memorabels gebracht, taak dus aan Mystery Jets om de zaal plat te spelen (zoals in 2006). Eerder deze maand werden alle mini Kate Nashjes omver geblazen door het geluid en met een breder publiek en een extra lange time slot lijken alle ingrediënten aanwezig. Aan het begin van het optreden gaat het echter al direct mis als Blaine’s keyboard het laat afweten, de microfoon valt uit, de gitaren staan te hard, drums te zacht. Sabotage? Je zou het bijna gaan denken. Ondanks alle technische gebreken worden de nummers met evenveel energie en passie gebracht als eerder deze maand. Enige verschil is dat er ditmaal wel ruimte is voor oud werk, beste single van 2006 You Can’t Fool Me Dennis. Het is duidelijk dat de Mystery Jets de focuss hebben gelegd op Twenty One en hiermee hopen eindelijk ook op het vasteland door te breken. Met een goede geluidsman gaat dit zonder problemen lukken.
Met twee leuke singles op zak is het de vraag of de vijf broekies van The Metros uit Zuid-London de bovenzaal aankunnen. Maar als je dan een zanger hebt die af en toe zo scheel kijkt dat ie nog geen sigaret kan aansteken en met de constatering dat er goed geluisterd is naar The Clash en The Libertines (check Robbin’ Hood), kan er eigenlijk al niets meer fout gaan. Stralend van vertrouwen en met de haren alle kanten op zijn ze er klaar voor om de tent te laten exploderen. Geen bakken vol pedalen, gewoon een versterker, een gitaar en spelen maar. Dit is waar we voor gekomen zijn: echte, pure, rauwe muziek gecombineerd met een sterk staaltje entertainment die veel bandjes ontberen. The Metros is niet alleen een energiek gitaarbandje maar heeft ook een originele sound in huis. Veel punk en ska-invloeden smelten samen tot catchy songs. De bovenzaal gaat plat en de vloer trilt zoals alleen de vloer van de bovenzaal dat kan. Heerlijk!
Blood Red Shoes is de absolute hoofdact van dit weekend. Iedereen tipte ze, iedereen had het over ze, het kon eigenlijk alleen maar tegenvallen. Dat deed het niet maar het deed het ook wel. Aan Steven 'Jezus wat een beest' Ansell en Laura-Mary 'Jezus wat is ze leuk' Carter zal het niet liggen. ’s Middags nog bij de instore in Concerto werd vier nummers lang alles gegeven en ook ’s avonds gaat het los. Als het duo na bijna drie kwartier vriendelijk doch dringend wordt verzocht om het optreden af te ronden wordt nog één nummer gespeeld, tijd voor I Wish I Was Someone Better is er niet eens. Maar ik blijf een vieze smaak overhouden aan het optreden. London Calling was een paar jaar geleden nog een festival waar mensen naartoe gingen die echt van de muziek hielden. De muziek was waar het om draaide. Tegenwoordig gaat het er vooral om om gezien te worden. Alle clichés over de ‘scene’ zijn van toepassing: Allstars, skinny jeans, een hip shirtje en wat al nog meer, tot trendy brilletjes aan toe. Was dat maar het ergste. Voor het eerst heb ik me echt geërgerd aan het publiek. Acht keer stagediven tijdens één nummer is niet hip, dat is zielig, kleine kutkoters. De meesten komen godverdomme nog niet eens boven het podium uit. 1 meter 30 en dan houdt het op. Vieze, zweterige, ouwe mannen komen ook nog even hun pens showen op het podium en trieste figuren in Hawaii-rokjes doen hun dansje. Voor het eerst ben ik blij dat bouncers mensen van het podium trekken. Maar je mag het de band niet kwalijk nemen. Er wordt met een ongelooflijke energie gespeeld en je ziet de twee echt genieten. Laura verandert van een onschuldig meisje in een punkchick die zo hard op haar gitaar ramt dat ze moet oppassen dat ze er niet van gaat bloeden en Steven mept zo hard dat hij zijn snare naar de kloten slaat. Crowdsurfend verlaten ze de zaal. Wat een band!
Make Model heeft de ondankbare taak om na Blood Red Shoes op te treden, of juist de dankbare taak? Een band met charisma zou voort kunnen borduren op de opgewekte energie en dit in haar voordeel gebruiken. Make Model lijkt het al opgegeven te hebben voor ze beginnen met spelen. Het podium staat vol met artiesten maar allemaal missen ze uitstraling. Op zich geen punt als je maar sterk materiaal in huis hebt. Het arsenaal van Make Model is leuk, maar niet meer dan dat. De nummers slaan niet aan en missen overtuiging, het is allemaal iets te braaf. Bij single The LSB wordt dit gevoel even opgewekt maar verder dan drie dansende mensen en een kopje koffie gaat het vanavond niet.
Iets na middernacht spelen The Ting Tings in de grote zaal. The Ting Tings bestaan net als Blood Red Shoes uit een mannelijke drummer en een vrouwelijke gitarist. Ze maken indie-pop die af en toe een beetje naar electro neigt. Iedereen in de zaal doet eigenlijk waar die zin in heeft: sommige dansen, sommige springen, sommige pitten, sommige crowdsurfen. Het publiek is tevreden maar het lijkt allemaal net iets te gemaakt. Zo worden veel basloopjes uit de computer getoverd waardoor de charme er toch vanaf is. Kortom: leuk, maar niet geweldig
Dead Kids heeft duidelijk minder brave inspiratiebronnen dan The Ting Tings, de grote vraag voor het optreden was dan ook of er nog iets over zou blijven van de kleine zaal. Ze maken enorm energieke new-rave-punk, een soort van doorgeslagen Does It Offend You, Yeah? Maar voor de muziek hoef je eigenlijk niet naar Dead Kids te gaan: het is de show. Vanaf minuut 1 springt de zanger alle kanten op, randt een meisje half aan en crowdsurft alsof zijn leven er vanaf hangt. Aan het einde van het optreden is iedereen helemaal verbaasd van de explosie van energie die zich het afgelopen halfuur heeft voorgedaan. Om de muziek gaat het helemaal niet bij Dead Kids, het is de show!
Aan Get Shakes de eer om de vrijdag af te sluiten. Veel kan ik hier niet over zeggen want na 2 nummers ben ik afgehaakt. Helemaal ingebouwd door al hun apparatuur, een aantal synthesizer, drumpats en een Macbook, maken 2 twee broers voornamelijk electro. Het publiek was niet echt duidelijk naar de twee heren gericht waardoor ik denk dat velen het niet eens hadden gemerkt als er een CD was opgezet, weinig boeiends dus (tot de eerste 2 nummers).
Door: Camiel, Kevin, Tom en Yoram
Read more
Saturday, 19 April 2008
Covers (Mixtape)
Klik hier voor het eerste deel van de mixtape
The Beatles / The Libertines – Eight Days A Week
Gnarls Barkley / The Kooks – Crazy
The Beatles / Pete Doherty – She Loves You
David Bowie / The Last Shadow Puppets –In The Heat Of The Morning
Klaxons / Kaiser Chiefs – Golden Skans
Klik hier voor het tweede deel van de mixtape
The Strokes / Arctic Monkeys – Take It Or Leave It
Justice / Get Cape. Wear Cape. Fly – D.A.N.C.E.
The Libertines / Adam Green – What A Waster
Devo / Does It Offend You, Yeah? – Whip It
Read more
Wednesday, 16 April 2008
The Kooks streven naar perfectie (Concertrecensie)
Het is acht op de tien keer vaste prik bij concerten. Met de trein naar CS of Zuid en vanaf daar met de 1, 2 of 5 naar Leidse, soms nog even naar de Mac en vervolgens óf linksaf naar de Weteringschans óf rechtsaf naar de Lijnbaansgracht. Anders dan normaal is deze avond de blik naar het balkon van de Stadsschouwburg. Ik zou er meerdere moorden voor doen om zondag vanaf deze plek weer naar het balkon te mogen kijken. Vandaag gaan we weer eens rechtsaf naar de Melkweg, die voor dit concert binnen een handomdraai was uitverkocht. Het zou zaak worden voor de mannen uit Brighton om mij te overtuigen, dit had tweede plaat Konk allerminst kunnen doen en dus was ik vrij sceptisch van tevoren.
Maar negatieve gedachtes worden vanavond niet getolereerd, God straft meteen. Een genious mind moet vannacht een geniale ingeving gehad hebben om de fans in shifts van tien naar binnen te laten gaan. Nergens voor nodig en gevolg is dat het voorprogramma Get Cape. Wear Cape. Fly aan een grote groep mensen voorbij gaat. Bij de garderobe hoor ik trompetgeschal maar op het podium staat alleen Sam Duckworth met een gitaar, begeleid door een drummer. De trompetten komen uit zijn laptop. De twee nummers zijn te weinig voor een waardeoordeel maar we krijgen zaterdag 26 april een herkansing als deze singer-songwriter op London Calling staat.
Dan is het de beurt aan The Kooks. De muziek en de lichten gaan uit en terwijl vanuit de schemering vier contouren zichtbaar worden begint een ware lichtshow, ondersteund door lichten maatje XL van het type dat je bij de tandarts vindt. De band opent met See The World en de toon is gezet: vanavond gaat het los. Het is een kwestie van nog even snel ademhalen want het eerste rustmoment komt pas dik een halfuur verder. Ook eerste single van het nieuwe album Always Where I Need To Be kan rekenen op een springende massa.
Na vier nummers is het tijd voor het eerste (en enige?) verstaanbare praatje met het publiek. Of we de nieuwe plaat al hebben gehoord… natuurlijk hebben we dat! Luke en Hugh kijken elkaar aan alsof ze hun oren niet kunnen geloven, de release van Konk was immers ook vandaag. Welkom in 2008. Als vervolgens de inleidende gitaren van Sway klinken blijkt inderdaad dat de meerderheid van het publiek de nieuwe plaat al meerdere malen heeft beluisterd. Maar ieder nadeel hep ze voordeel en dus gaat de zaal voor de vijfde keer deze avond uit z’n dak.
Dit deel van de set is het absolute hoogtepunt. Met Time Awaits stijgt de band haast boven zichzelf uit. Dit nummer wordt verlengd tot het nog langer duurt dan op de plaat en de zware gitaren uit de intro doen de grond in hartje Amsterdam momenteel nog steeds naschudden. Hugh laat zien wat een briljante gitarist hij is.
Als Luke daarna voor het evenwicht in de set zijn akoestische gitaar pakt en je kent het nieuwe album en beetje dan hoop je op één bepaald nummer: het schitterende One Last Time. De overige bandleden springen halverwege in, (tijdelijke) bassist Dan leunt nonchalant tegen zijn kolossale versterker aan.
Dan gebeurt wat ik min of meer al voorzien had in mijn recensie van Konk. Do You Wanna is misschien wel het slechtste nummer van dit album maar wel een hele aanstekelijke. De handjes gaan in de lucht en klappen ritmisch mee, de tekst wordt luidkeels meegezongen. Het is officieel: dit concert is ijzersterk. Na Naive is het tijd om het tempo even wat omlaag te gooien. De periode dat het optreden wat inzakt duurt exact twee nummers en niet geheel toevallig betreft het hier nummers van de nieuwe plaat. Met drie nummers van Inside In/Inside Out wordt de set stijlvol afgesloten, iedereen is toe aan wat rust.
Voor de toegift komt Luke vijf minuten later alleen het podium op. Deze keer zonder de altijd stevig timmerende Paul en z’n andere bandgenoten. Hij doet waar hij goed in is: frontman-zijn. Seaside en Jackie Big Tits (“And Amsterdam, I never knew you so well”) worden akoestisch gespeeld. Dan is het is tijd voor Dan. Tot nu toe heeft hij quasi-ongeïnteresseerd voor zich uitgekeken maar bij Stormy Weather moet ook hij er aan geloven. Waar hij zich bij de meeste overige nummers kan beperken tot het spelen van grondtonen is de bas in dit nummer helemaal onmisbaar. Iets meer afwisseling op dit gebied kan op het derde album geen kwaad. De uitgelaten meute zal het een worst wezen. Sofa Song is de knallende afsluiter van vanavond en dan kan de rekening opgemaakt worden.
De tweede plaat mag dan niet denderend zijn, de nummers van Konk werden, een uitzondering daargelaten, met een grote dosis overtuiging gespeeld. De setlist spreekt echter voor zich: in dik 75 minuten worden elf oude en acht nieuwe nummers gespeeld, een logische verdeling in hun zoektocht naar een perfect optreden.
Veelzeggend was het moment waarop de band na een kort applaus door wilde gaan maar hier door technisch ongemak aan het drumstel van werd weerhouden. De koppies spraken boekdelen. Het siert ze.
Setlist:
See The World
Always Where I Need To Be
Eddie’s Gun
Ooh La
Sway
Time Awaits
One Last Time
Mr. Maker
I Want You
Do You Wanna
Naïve
Shine On
See The Sun
Matchbox
She Moves In Her Own Way
You Don’t Love Me
Seaside
Jackie Big Tits
Stormy Weather
Sofa Song
Read more
Monday, 14 April 2008
My little brother just discovered Rock and Roll (Prospect)
Naarmate ik ouder word en de bands steeds jonger begin ik te twijfelen aan mijn keuze voor een huis-tuin-en-keuken-bestaan. Too old to Rock and Roll, too young to die? Dit adagium gaat in ieder geval niet op voor de jongetjes van Lo-Fi Culture Scene. Op elfjarige leeftijd ruilden Tom M., Angus, Callum, Tom H. en Jacob de legosteentjes in voor volwaardige instrumenten en sindsdien is Lo-Fi Culture Scene een feit.
Door hun jonge leeftijd is de muziek onbevangen en fris. Waar de verwachtingspatronen niet verder reiken dan lyrics in de lijn van “ABCDEF and G, that reminds me of when we were free”, verrast Lo-Fi Culture Scene. Ze klinken frisser dan The Strokes op This Is It? en puntiger dan Bloc Party ten tijde van Silent Alarm. Levende bewijs hiervan zijn nummers als Go Your Own Way en Meet Again. De brutaal tegen elkaar opspelende gitaren zijn perfect afgekeken van hun voorbeelden, toch klinkt er al een eigen herkenbaar Lo-Fi geluid door. Dit frisse geluid heeft er, met een beetje hulp van broer Jamie MacColl uit Bombay Bicycle Club, voor gezorgd dat ze zich hebben kunnen vestigen in de Noord-Londense scene. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen want inmiddels speelden ze al in het voorprogramma van onder andere voorbeelden Bloc Party, Blood Red Shoes en Good Shoes. Na lovende kritieken van voornamelijk Artrocker kan niemand meer om de jongste next big thing heen.
Inmiddels hebben ze tijd gevonden om tijdens de tussenuurtjes de eerste single Abstract op te nemen onder label KIDS, waarvan de feestelijke release 30 juni zal zijn. De demoversie van het nummer klinkt veelbelovend, de hoekige gitaarlijnen uit Go Your Own Way worden voortgezet en komen halverwege het nummer samen met de drums als mentos met diet coke. Hopelijk weten ze de kwaliteiten van de nummers vast te houden en kunnen ze ons aan het einde van zomervakantie met een EP verrassen. Met zoveel potentie en talent lijkt een optreden als jongste band ooit op London Calling niet ver weg.
MySpace
Download
Read more
Sunday, 13 April 2008
The Rifles have got Standards (Concertrecensie)
Daar stond ik dan om tien voor negen in Tivoli te wachten op The Rifles. Eigenlijk had ik in Paradiso willen zijn om hippe dansmoves te maken op de muziek van Foals. Maar in een gekke bui had ik een kaartje gekocht voor The Rifles, verkeerde beslissing gemaakt?
De avond ging van start met de vijf local boys van de band Paper Tiger, ze maken een mix van indie, pop en folk. De heren spelen met veel plezier en weten met kleine grapjes het publiek goed op te warmen. Ongeveer 20 minuten later beklimmen The Rifles het podium. Zonder een woord te zeggen beginnen ze aan hun nieuwe single Talking. Het publiek lijkt overdonderd en reageert nog een beetje afwachtend. Bij het tweede nummer ontstaat er een rustige pit in het midden van de zaal maar het begint pas echt bij het achtste nummer, Peace & Quiet. Het enige nummer van vanavond waar de band de energie van het debuutalbum ook live weet te evenaren.
Tussen de nummers worden wat grapjes gemaakt. Zo wordt een rustig nummer aangekondigd om vervolgens She’s Got Standards in te zetten. Ook liet de band weten dat ze hun nieuwe album bijna af hadden en na de tour er de laatste hand aan zouden leggen (de waarschijnlijke release datum is 23 juni). De nieuwe nummers die gespeeld werden liggen in de lijn van de huidige The Rifles sound, niks nieuws dus. Vaak ook weer opgebouwd vanuit een paar akkoorden die door de zanger worden gespeeld waarover de tweede gitarist een deuntje of een solo speelt. Het enige nieuwe nummer dat me is bijgebleven is Romeo & Juliet, waarvan we al eerder een akoestische versie op hun MySpace konden horen.
Na 13 nummers verlaten ze het podium om na vijf minuten weer terug te komen en nog drie laatste nummers te spelen: Narrow Minded Social Club, het nieuwe nummer The Great Escape en Local Boy waarbij iedereen nog een laatste keer uit zijn dak gaat. Al met al een optreden die niet zo memorabel was als ik had gehoopt. De nummers werden erg strak gespeeld, er was contact met het publiek, er werd gesprongen, maar de oprechte energie ontbrak. Terwijl ze deze energie op plaat vrijwel continu weten te brengen was enige echte hoogtepunt Peace & Quiet. Ook na het optreden zijn de heren niet meer in voor een korte babbel, snel de tourbus is en de gordijntjes dicht.
Alles overziend was Foals waarschijnlijk een betere keuze geweest..
Door: Tom
Read more
Thursday, 10 April 2008
Het feestje van Piet (London Calling)
Toen ik 12 januari het kleine zaaltje van Ekko kwam uitgelopen was ik vrolijk en vooral verrast. Een week eerder had ik een nieuwsbrief van Ekko in m’n mailbox gekregen waarin stond dat ik door een mailtje terug te sturen twee kaartjes kon winnen voor het optreden van Pete and the Pirates in deze zaal. Ik had vaag een keer van dit bandje gehoord dus ben maar eens gaan luisteren naar nummers op MySpace. Mr. Understanding, Knots, Come On Feet en Bright Lights klonken heel leuk dus de mail was gauw verstuurd en de volgende dag kreeg ik bericht dat ik had ‘gewonnen’.
Het optreden zelf kan ik niet anders typeren dan één groot (kinder)feestje, tot de slingers aan toe. De vijf jongemannen uit Reading genieten vanaf het moment dat ze het podium opkomen tot en met het moment dat ze het podium na de toegift weer verlaten en het publiek geniet zo mogelijk nog meer. In no time is het optreden voorbij, de nummers zijn langs geraasd zonder een moment van verslapping. Licht verteerbaar, puntig, vrolijk, snel, ritmisch, dansbaar. Of zoals ze zelf zeggen: "Pete and The Pirates blend of smooth edged punk and pop produces music which is sweet, raw, joyous, melancholic, raucous and tender." Na afloop praat ik nog een half uur met gitarist Peter en drummer Jonny en maak ik ze duidelijk dat ze vooral naar de volgende editie van London Calling moeten komen.
Een week later wordt hun naam bevestigd en wordt het tijd om maar eens op zoek te gaan naar wat meer muziek. Ik kom uit bij debuut EP Get Even, geheel onverwacht is dit een beetje een suffig plaatje dat totaal niet doet vermoeden hoe het er live aan toe gaat. Alleen Toe, een heel mooi ingetogen nummer dat aan het eind explodeert, laat een glimp zien van wat PatP in zijn mars heeft.
Tweede EP Wait Stop Begin begint met het bekende Come On Feet, maar doet mijn hart maar weinig sneller kloppen dan Get Even terwijl vier van de zeven nummers ook live werden gespeeld. Ook nieuwe single She Doesn’t Belong To Me klinkt wat mat.
Dan het debuutalbum Little Death. Wanneer krijg ik weer dat gevoel van het optreden? Waar blijven die vrolijke deuntjes? Wanneer begint het feestje? Eigenlijk nooit. Het is een hele leuke, goede plaat, de vier eerdergenoemde nummers blijven in je kop zitten en Bright Lights is een heerlijke afsluiter, maar lang niet alle nummers worden met deze hoeveelheid energie gespeeld.
En dat is het precies het verschil. In de rustigere nummers zitten weldegelijk behoorlijk opzwepende melodieën maar deze worden tijdens het optreden wel met dezelfde energie gespeeld. De bas dreunt een stuk lekkerder door in je buik, de drum knalt harder en de gitaren zijn een pak scherper.
Voor het laatste nummer van de set in Utrecht werd het publiek gevraagd of dit nummer fast of slow gespeeld moest worden. Fast klonk het volmondig. Maar eigenlijk was deze vraag overbodig. Pete and the Pirates is live op z’n sterkst en verrast je door in hoogste versnelling de leukste liedjes te spelen. Een feestje was het in Utrecht en een feestje gaat het worden in Amsterdam. Vergeet je slingers niet mee te nemen.
Live: 26 april in Paradiso
Link: YouTube en MySpace
Foto: Steve Gullick
Read more
Motel Mozaïque (Mixtape)
Dit weekend gaat Motel Mozaïque weer van start. Zoals elk jaar verstrekt de organisatie in samenwerking met Plato een gratis sampler. Degenen die de sampler mis hebben gelopen hoeven niet te treuren want hier onder is deze te downloaden danwel direct te beluisteren via de 3voor12 luisterpaal. Voor de studenten onder ons zijn er zaterdagmiddag gratis optredens van o.a. Jamie Lidell, Shout Out Louds en Black Lips. Helaas hebben Mystery Jets afgezegd, het optreden op London Calling gaat wel nog gewoon door.
1. Goldfrapp - Little Bird
2. Holy Fuck - Royal Gregory
3. Tim Vanhamel - Until I Find You
4. The Do - On My Shoulders
5. Jamie Lidell - Figured Me Out (LA George Mix)
6. The Black Lips - O Katrina!
7. The Gutter Twins - Idle Hands
8. Efterklang - Caravan
9. M83 - Kim & Jessie
10. Midnight Juggernauts - Road To Recovery
11. Alela Diane - Tired Feet
12. Thinguma*jigSaw (Awakeinwhitechapel) Pt. 1 - Redlightcockflight
13. DeVotchKa - Transliterator
14. A Fine Frenzy - Almost Lover
15. Jana Hunter - Vultures
Luister
Motel Mozaïque
Read more
Friday, 4 April 2008
Brain Thrust Mastery brought with Love and Squalor (Concertrecensie)
We Are Scientists veroverde eind 2005 de bovenzaal van Paradiso met hun charme en "rock music of the thoughtful, sometimes epic, often loud, vaguely danceable, implicitly humanist variety". Sindsdien heeft de zegetocht zich voortgezet en volgden optredens in o.a. Ekko, HMH (als voorprogramma van The Kaiser Chiefs) en de Melkweg. Met het nieuwe album Brain Thrust Mastery is We Are Scientists deze maand weer terug in Nederland. Dit album is een stuk minder scherp dan debuut With Love and Squalor. Nummers als Let's See It, Chick Lit en After Hours zijn aardig maar nog altijd een klasse minder dan elk willekeurig nummer op With Love and Squalor. Met het verlies van drummer Michael Tapper en een matig tweede album is het de vraag of We Are Scientists nog steeds weet te overtuigen
Na een in en in triest voorprogramma, verzorgd door 925s, is het meer dan tijd voor We Are Scientists. Keith en Chris stralen van plezier terwijl ze samen met twee tijdelijke bandleden onder luid gegil worden onthaald (Keith schijnt populair te zijn bij zowel het vrouwelijke als mannelijke front). Door te openen met klassieker Nobody Move, Nobody Get Hurt weten ze het publiek meer dan in te pakken. Nadat het publiek tijdens drie oude nummers is opgewarmd is de tijd rijp voor het eerste nieuwe nummer Impatience. Waar dit nummer op plaat aan energie ontbreekt, sluit het live naadloos aan in de lijn van het oude werk. Het tempo wordt naar factor elf verhoogd maar ook Keith is ongeremd en klinkt vele malen agressiever. Het zijn niet alleen deze elementen die een concert van We Are Scientists authentiek maken, vooral de korte anekdotes en woordenwisselingen tussen Keith en Chris zorgen voor een wetenschappelijke ervaring. Nadat Keith zijn bier heeft omgestoten volgt de onvermijdelijke opmerking van Chris over Keith's incontinentie. Maar zonder er nog al te veel woorden aan te besteden wordt Let's See It ingezet, terwijl Keith wetenschap en liefde samenvoegt "If physics dictates means you're going away, just when the pressure's on, alright, Science will just have to surrender to fate, cause I won't let you down, all right" staat het publiek hem bij tijdens meer dan verleidelijke refrein "Oh oh oh, oh oh oh, Oh oh oh, oh oh oh".
De interactie tussen publiek en band verzwakt geen moment, terwijl nieuwe nummers grotendeels worden meegezongen zorgen oude hits keer op keer voor een opgetogen pit. It's a Hit sluit de eerste helft van de avond af en zorgt voor een orkaan van energie die aanvoelt als het legendarische gevecht tussen Mohammed Ali en Joe Frazier. Na een korte adempauze komt de band nog eenmaal terug "dont worry we didn't leave the building just yet". Het is de eer aan The Great Escape om de avond in stijl af te sluiten. Ondanks dat de kracht van het optreden nog steeds in het oudere werk ligt zorgen de nieuwe nummers voor een frisse aanvulling.
i are scientists and i always will be.
Read more
Thursday, 3 April 2008
What's Up (Mixtape)
De mixtape is hier te beluisteren:
Does It Offend You, Yeah? - We Are Rockstars // 6 april, Paradiso
The Kooks - See The Sun // 14 april, Melkweg
We Are Scientists - After Hours // 28 april, Melkweg
The Rifles - Talking // 8 april, Patronaat / 9 april, Vera / 10 april, Doornroosje / 11 april, Tivoli
Adam Green - Morning After Midnight // 18 april, Melkweg
The Long Blondes - Giddy Stratospheress // 23 april, Melkweg
Mystery Jets - Half In Love With Elizabeth //12 april, Motel Mozaïque / 26 april, London Calling
Black Lips - O Katrina // 12 april, Motel Mozaïque
Be Your Own Pet - The Kelly Affair // 11 april, Motel Mozaïque
Guillemots - Get Over It // 11 april, Motel Mozaïque
Foals - Cassius // 11 april, Paradiso/ 12 april, Motel Mozaïque
dEUS - The Architect // 11april, Motel Mozaïque
Door: Tom
Read more
Ms. Nash en het Grote Publiek (Concertrecensie)
Waar Mystery Jets vooral quasi-verdwaasde blikken oogst en de (vele, vele, VELE) meisjes doet giechelen (‘dat haar’, ‘hihi, hij loopt op krukken’), mag Kate Nash het doen met een uitzinnige menigte. De sirene die het optreden van Mystery Jets inluidde blijkt niks te zijn vergeleken met de talrijke gilbrigades. Kate Nash is het guitige hoofd op dat zwarte vierkant: zo moet het althans voor de mensen middenvoor zijn geweest. De keuze om een massief zwarte piano midden op het podium te zetten is niet bepaald de meest publieksvriendelijke keuze.
Het is het welbekende verhaal: Kate Nash brak haar been en kreeg een gitaar. Even later had ze liedjes, werd opgepikt door Lilly Allen, stond op London Calling en toen een album: MTV, TMF en alle andere kanalen waarmee je een groot publiek kan bereiken vielen eroverheen. Dat grote publiek is gelukt, want Paradiso is wijd en breed uitverkocht.
Bijna elk nummer wordt in tweede of derde versnelling gespeeld. Hoewel dit het optreden meer vaart geeft en de nummers dansbaarder doet lijken, lijkt het ook alsof Ms. Nash haast heeft. Toch is het knap om op die manier ruim langer dan een uur te spelen. Na een drietal nummers verruilt ze de piano voor een akoestische gitaar. En eindelijk, een beetje rust, alhoewel de teksten wel in surround-sound mijn oren bereiken. Woord voor woord zingen de 16-jarige fans met de tekst mee. Met de rust is het verder ook gedaan als Kate zich in een nieuw nummer ontpopt tot een ware ‘riot-grrrl’: "You don’t have to suck dick, to succeed" schreeuwt ze al hupsend over het podium in haar frivole jurkje. Playmobile-meisjes zijn ook stoer.
Hoewel de band haar prima begeleidt, kijken we toch naar ‘Kate Nash and band’. De bandleden doen het niet voorkomen alsof ze zoveel plezier hebben in het spelen van deze muziek. Misschien gaan de nummers daarom wel zo snel. Het zou erg interessant zijn Ms. Nash een keer solo te kunnen zien. Dat zou veel intiemer, persoonlijker en wellicht ook rustiger zijn dan dit optreden. Maar ‘het grote publiek’ zal hier vast ook tevreden mee zijn geweest.
Door: Yoram
Read more
De mixtape is hier te beluisteren: http://22grandblog.muxtape.com/
Hier nog verdere informatie over de bands:
Does It Offend You, Yeah? / 6 april, Paradiso /
The Kooks / 14 april, Melkweg /
We Are Scientists / 28 april, Melkweg /
The Rifles / 8 april, Patronaat / 9 april, Vera / 10 april, Doornroosje / 11 april, Tivoli /
Adam Green / 18 april, Melkweg /
The Long Blondes / 23 april, Melkweg /
Mystery Jets /12 april, Motel Mozaïque /
Black Lips / 12 april, Motel Mozaïque /
Be Your Own Pet / 11 april, Motel Mozaïque /
Guillemots/ 11 april, Motel Mozaïque/
Foals / 11 april, Paradiso/ 12 april, Motel Mozaïque /
dEUS / 11april, Motel Mozaïque /
Read more
Girls Like Mystery (Concertrecensie)
Sommige dingen in het leven zijn onverklaarbaar, zo ook het feit dat Mystery Jets in het voorprogramma van Kate Nash staan. Voordat Kate Nash überhaupt een gitaar had aangeraakt hadden Mystery Jets al één van de beste albums van de eenentwintigste eeuw uitgebracht, te weten debuut album Making Dens. Nu, twee jaar later, heeft Kate Nash met haar mierzoete liedjes de harten van menig tienermeisje gestolen en is de muziek van Mystery Jets nog steeds niet doorgebroken in Nederland. Met het tweede studioalbum Twenty One kan het niet anders dan dat de Thames beat eindelijk voor die dijkdoorbrak gaat zorgen. De progrock invloeden zijn iets naar de achtergrond gedreven en hebben plaats gemaakt voor prachtige popnummers.
Vanavond begint de dijk al haar eerste scheuren te vertonen. Terwijl sirenes op de achtergrond loeien, lopen de bandleden het podium op om vervolgens een orgasme van geluid te produceren. De mini Kate Nashjes staan perplex terwijl de Mystery Jets fans uit hun dak gaan op de onmiskenbare intro van Hideaway, opener van Twenty One. Ondanks dat Mystery Dad Henry niet meer meetourt straalt de band meer ervaring uit dan ooit tevoren. Tijdens de opeenvolgende nummers Young Love en Half in Love with Elizabeth speelt de band vol energie en elan over de schoonheid en onberekenbaarheid die liefde met zich meebrengt. De bandleden vullen elkaar buitengewoon sterk aan waardoor de nummers nog meer aan kracht winnen dan op LP. Mooiste nummer van het album en ook van vanavond is Flakes, "this song is one I never thought that I'd play, but if you want me gone there are kinder ways to say, so long than spitting in my face". De woorden en muziek spreken voor zich en zorgen voor een onmiskenbaar gevoel, kippenvel.
Naarmate de set vordert komt het einde helaas snel in zicht na Hand Me Down volgt al de afsluiter Behind The Bunhouse. Het nummer wordt mysterieus en rustig opgebouwd om vervolgens te ontknopen in een bombastisch refrein. Nog één laatste maal genieten, maar nadat de laatste noot is gespeeld verlaat ik snel de grote zaal. Ondanks het publiek en het ontbreken van oude nummers was dit concert er één om nooit te vergeten. De mensen die het gemist hebben kunnen deze maand al op herkansing tijdens Motel Mozaïque en London Calling.
Read more
Tuesday, 1 April 2008
David Bowie - Aladdin Sane (Worn Out 12")
Uit de lijst van klassiekers beginnen we met één van de beste glamrockalbums uit de geschiedenis. David Bowie creëerde Aladdin Sane in 1973, toen nog onder alter-ego Ziggy Stardust. Ziggy, die in 1972 op aarde landde, moest een buitenaardse rockzanger voorstellen. David Bowie leefde zich helemaal in het karakter in en zo wérd David Bowie ook echt Ziggy Stardust. Aladdin Sane is het vervolg op het alom bejubelde The Rise and Fall of Ziggy Stardust and the Spiders from Mars en staat daardoor (onterecht) in de schaduw van dat album. Toch waren dit hoogtijdagen voor de koning van de Glamrock…
De naam van het album slaat op een personage uit de ruimte. Alladin Sane zou je dan ook eigelijk moeten lezen als ‘A Lad Insane’. De LP staat boordevol prachtige (glam)rocksongs met af en toe wat waanzin waardoor het album soms een ietwat psychedelisch karakter krijgt. Dit is direct terug te horen in opener Watch that Man, een snel glamrocknummer met sterke gitaarrifs, mooi pianospel (denk aan de vlugge vingers van Rock ’n Roll held Little Richard of onze eigen Herman Brood) en een saxofoon die het afmaakt. De titelsong, Aladdin Sane (1913-1938-197?), bevat iets meer mafheid en een erg vreemd maar mooi pianostuk. Dit nummer valt wel erg op tussen de andere nummers (in positieve zin) en is misschien wel het beste nummer van het album. Vervolgens komen de bekendere songs van Bowie; Drive-In Saturday (recent nog gebruikt in de film Control), Panic In Detroit en Cracked Actor. Alledrie erg catchy met een typisch Ziggy Stardust geluid.
Het album eindigt met de Rolling Stones cover Let’s Spend The Night Together. Daar tovert David Bowie de ‘60s bluesrock’ van de Rolling Stones om in een snel en aanstekelijk glamrocknummer met de prachtige pianostukken die je het hele album hebben achtervolgd. Een mooie afsluiter, ook al vinden sommige mensen dat je niet aan liedjes van de Rolling Stones of The Beatles zou mogen komen. Ik zou zeggen: als je het op de manier van ‘Ziggy Stardust’ doet, laat het dan maar toe! Dit album diende als bron van inspiratie voor veel artiesten. Zo was Ian Curtis groot fan van Aladdin Sane, maar ook in de huidige muziekstroming is de invloed van Ziggy terug te horen, onder andere in de muziek van de jonge band MGMT. Aladdin Sane is van grote waarde geweest voor de popmuziek en zal dat hopelijk altijd blijven.
Door: Joep
Read more
Monday, 31 March 2008
Lightspeed: May the force be with you (Concertrecensie)
Devonte Hynes begon zijn muzikale carrière in Test Icicles, na een jaar van uitverkochte zalen (waaronder een onvergetelijk optreden op London Calling #2 2005) en een fantastisch album For Screening Purposes Only hield de band op te bestaan. Sam E Danger schijnt volgens laatste berichten rond te zwerven in New York en Raary Deci-Hells speelt in RAT:ATT:AGG/WRISTS. Devmetal is er aanzienlijk beter uitgekomen en startte, na een kort avontuur in Lightspeed Heat, soloproject Lightspeed Champion. De muziek van Lightspeed Champion is een wereld van verschil met de indie-harcore van Test Icicles. Het in januari van dit jaar uitgekomen debuut album Falling off the Lavender Bridge staat vol met wonderschone melancholische nummers. Terugkerende thema's zijn verloren liefde, racisme en depressie. Ondanks de zwaarmoedige thema's doen de rijk gearrangeerde nummers warmtevol en hoopgevend aan.
Vanavond staat Dev voor de derde keer in korte tijd in Amsterdam, in november 2007 nog solo voor een select gezelschap in de Desmet studio's en begin dit jaar samen met o.a. Good Shoes op Riot in de Melkweg. Nu in de goed gevulde bovenzaal van Paradiso waar, naast het publiek, ook de camera's van Fabchannel de aandacht op Dev en zijn band richten. Na een typische en zeer vermakelijke monoloog wordt het nieuwe nummer Happy Birthday ingezet. Opvallend is dat de akoestische gitaar live veelal plaats moeten maken voor haar elektrische broertje. Dit is een zeer goede afwisseling, de nummers krijgen hierdoor een extra dimensie en Dev gaat compleet op in zijn gitaarspel. Galaxy of the Lost zorgt al vroeg in de set voor één van de hoogtepunten van de avond, "lick my open wounds and add some ice, and choke on my sick vice" wordt enthousiast meegezongen. Maar het is vooral de bijna epische viool die het nummer zo sterk maakt.
Alvorens Everyone I Know is Listening to Crunk in te zetten verklaard Dev dat Hip-Hop de enige muziekvorm is die nog echt puur en oprecht is gebleven. Hiermee doet hij zijn eigen muziek aanzienlijk te kort. Dit bewijst hij niet alleen tijdens Crunk maar voornamelijk in het nieuwe nummer Marlene, "This is a song which you should dance to, i've also sent it to my record label boss earlier today, hope he likes it.. well i guess he will, i like it". Na de eerste paar noten, waarin de gitaar een hoofdrol speelt, geeft mijn lichaam zich over aan de muziek. Superlatieven schieten mij te kort om mijn waardering over dit nummer uit te spreken. Als de rest van de nummers op het nieuwe album ook maar half zo goed zijn dan hoeft Dev zich totaal geen zorgen te maken over een moeilijk tweede album. Na Tell me What it's Worth, Madame van Damme (nieuw nummer over prostituees) en Devil Tricks For A Bitch wordt het laatste nummer aangekondigd. Vol overgave zet de band The Imperial March in en wordt het publiek in extase gebracht. Na drie minuten van intens genieten loopt de Imperial March over in Midnight Surprise. De band speelt dermate enthousiast dat de stoppen letterlijk doorslaan, dit is echter geen reden om te stoppen met spelen, na meer dan tien minuten komt het concert toch tot een einde.
Met zo'n einde is het onbeleefd om nog om een encore te vragen, maar ongevraagd komt Lightspeed Champion nog eenmaal terug. Na All To Shit sluit Dev af met vaste cover van The Strokes Heart In A Cage. Waar hij bij de vorige twee concerten nog vermeldde dat dit nummer zijn 'safety song' is, laat hij de muziek nu voor zich spreken. The Force was vanavond met ons en hopelijk komt deze snel weer terug.
Read more